New Narratives: Gastrondleider Stephanie Afrifa leidt een groep bezoekers van het Amsterdam Museum rond in de tentoonstelling Meer dan Muze. Foto: Claire Bontje

Er bestaan verschillende manieren om kennis en inzichten over te brengen in musea. Buiten de reguliere openingsuren kunnen musea bijvoorbeeld lezingen, debatten en rondetafelgesprekken organiserenDoorheen de dag kunnen bezoekers dan weer audiogidsen beluisteren, zaalteksten lezen en boeken kopen in de museumshop. Ze kunnen natuurlijk ook aanschuiven bij verschillende soorten rondleidingen. Die kunnen vluchtig de topstukken tonen, maar ook diep ingaan op het (kunst)historische verhaal achter de tentoonstelling. 

De klassieke rondleiding

Rondleidingen zijn de oudste en meest voorkomende didactische werkvorm in musea. Een gids leidt een groep mensen langs objecten, terwijl hij of zij daar informatie over verstrekt. 

Arja van Veldhuizen is specialist cultuureducatie, gastdocent Erfgoed & Onderwijs en gidst in haar vrije tijd bezoekers in de Domkerk van Utrecht. Rondleidingen hebben volgens haar heel wat voordelen. Zo garanderen ze een grote overdracht van informatie en hebben ze een sociaal karakter. Een goede gids kan bovendien bezoekers warm maken voor de collectie. En ook niet onbelangrijkrondleidingen zijn flexibel inzetbaar en maken maatwerk mogelijk. Zo zagen rondleidingen op maat voor mensen met een mentale of fysieke beperking voorbije jaren steeds meer het licht. 

Toch zijn er volgens van Veldhuizen ook heel wat nadelen, zeker als gidsen ‘blijven steken’ op het eenzijdig geven, in plaats van uitwisselen, van informatieIn zulke gevallen wordt het publiek in een passieve rol gedwongen en houdt de gids de touwtjes stevig in handen. De ‘grote overdracht van informatie’ gaat bij velen dan vaak het ene oor in en het andere weer uit – zeker als de groep zich niet herkent in de rondleidingen.  

Dat kan komen door de gids zelf. Als bezoekers nooit iemand zoals zichzelf – queer, van kleur, met beperking of migratieachtergrond, etc. – zien in de positie van ‘expert’, kan dat het gevoel geven dat die positie voor hen onbereikbaar is. Verder is rondleiden een vakHet geven van goede rondleidingen vereist heel wat oefening ezelfs met veel oefening is niet iedereen er even goed in. Maar ook de verhalen kunnen problematisch zijn. Zo kan het zijn dat een groep bezoekers met een migratieachtergrond een tentoonstelling over de ontdekkingsreizen bezoekt. Als de tentoonstelling enkel verhalen toont vanuit het standpunt van witte, Westerse ontdekkingsreizigers, is de kans reëel dat deze bezoekers het erfgoed niet als dat van hun beschouwen. Zij voelen zich niet welkom in het museum, of zelfs breder, in de maatschappij als geheel. 

Het decentraliseren van kennis en perspectieven door ruimte te bieden aan meerstemmigheid is dus iets waar musea actief aan moeten werken. Enkel zo zullen ze relevant worden voor meer mensen dan nu het geval is. Maar het bieden van ruimte aan andere stemmen, wil niet zeggen dat de huidige stemmen zonder meer voorbijgestreefd zijn. Ze moeten bijgestaan worden door extra stemmen. Meer verschillende soorten rondleidingen dus, zodat iedereen zich wel ergens in kan vinden. 

Voor iedereen een aparte rondleiding bedenken is moeilijk en arbeidsintensief. Maar als je mensen uit de doelgroep neemt en hén het verhaal laat vertellen, kom je toch al dicht in de buurt. 

De P van peer learning

Bij peer learning leren mensen iets aan of van personen uit hun eigen doelgroep. Leraren en leerlingen beschouwen elkaar als gelijken, het machtsevenwicht tussen beiden is niet verstoord. Denk daarbij aan leeftijdsgenoten van vergelijkbare sociale groepen. Wanneer universiteitsstudenten elkaar bijvoorbeeld helpen met de voorbereidingen van een tentamen, in plaats van de docent om hulp te vragen, doen ze aan peer learning. Belangrijk hierbij is dat peer learners meestal geen professionele onderwijzers zijn en ze, terwijl ze hun peers iets leren, ook zichzelf nieuwe vaardigheden aanleren. 

Toegespitst op de publiekswerking in musea wil dit zeggen dat al die ‘moeilijk te bereiken doelgroepen worden rondgeleid door iemand uit de doelgroep zelf. Nieuwkomers die Nederlands leren, kunnen bijvoorbeeld rondgeleid geworden door gidsen die ook zelf het Nederlands niet als moedertaal hebben. Peer learners zijn op die manier tegelijk ervaringsdeskundigen en ambassadeurs. Hun persoonlijke netwerk opent deuren voor het museum. 

Peer to peerrondleidingen elimineren alvast één van de drempels, namelijk de angst voor het onbekende. Wanneer mensen zich herkennen in hun rondleider, zullen ze zich meer op hun gemak voelen. De omgeving of kunst mag dan wel nieuw en onbekend zijn, ze worden geleid door iemand waarin ze zichzelf herkennen. Peer to peer-rondleidingen kunnen ervoor zorgen dat mensen het gevoel krijgen te ‘passen’ in een museum. Ze ontdekken dat kunst wél iets voor hen zijn. De kans is groter dat ze dat tegen hun eigen vrienden vertellen en die vervolgens meenemen naar gelijkaardige evenementen. 

Gelijkaardig, inderdaad, want musea bewijzen dat er veel variatie in peer to peer-rondleidingen kan zitten. Zo zette het Amsterdam Museum New Narratives-rondleidingen op waar Amsterdammers hun visie op de collectie toelichten. Het Stedelijk Museum Amsterdam werkt al meer dan tien jaar met Blikopeners. Dat is een diverse groep van Amsterdamse jongeren die andere jongeren op sleeptouw door het museum neemt. Maar ook over de grens ontstaan peer to peer-initiatieven. Het Leuvense kunstenfestival Artefact, dat internationale gidsen rondleidingen laat geven in hun moedertaal, is daar al één voorbeeld van. 

Rondleidingen voor jou én mij

Uit dit alles valt af te leiden dat musea vandaag de dag al grote inspanningen doen om relevant te zijn, of worden, voor zoveel mogelijk mensen. Een belangrijk aspect daarvan vormen de rondleidingen. Steeds meer stappen gidsen over van pure informatieoverdracht naar interactieve gesprekken. Naast de klassieke rondleidingen creëren musea ook steeds meer een aanbod voor groepen die zich niet herkennen in het reeds bestaande aanbod. STUDIO I stak haar licht op bij drie van dit soort initiatieven: 

  1. Blikopeners – Stedelijk Museum Amsterdam 
  2. New Narratives-rondleidingen – Amsterdam Museum
  3. Peer rondleidingen – Artefact-festival 

Bibliografie

ANONIEM, ‘Alone Together’, Artefact Festival, s.d. (https://www.artefact-festival.be/nl/expo). Geraadpleegd op 20 mei 2020. 

ANONIEM, ‘Blikopeners. Het programma’, Stedelijk Museum Amsterdam, s.d. (https://www.stedelijk.nl/nl/museum/blikopeners). Geraadpleegd op 20 mei 2020. 

ANONIEM, ‘Museum voor iedereen’, Amsterdam Museum, s.d. (https://www.amsterdammuseum.nl/museum-voor-iedereen). Geraadpleegd op 20 mei 2020. 

ANONIEM, ‘New Narratives Tours. Andere verhalen’, Amsterdam Museum, s.d. (https://hart.amsterdam/nl/page/637168). Geraadpleegd op 20 mei 2020. 

ANONIEM, ‘Vijf jaar Blikopeners. Een prachtige wisselwerking’, Stedelijk Museum Amsterdam, 8 oktober 2014 (https://www.stedelijk.nl/nl/digdeeper/vijf-jaar-blikopeners). Geraadpleegd op 20 mei 2020. 

MERTENS, B., ‘Opmerkelijk: voor het eerst rondleidingen in Arabisch tijdens Artefact’, Het Laatste Nieuws, 26 februari 2019 (https://www.hln.be/in-de-buurt/leuven/opmerkelijk-voor-het-eerst-rondleidingen-in-arabisch-tijdens-artefact~a2cbd130/). Geraadpleegd op 20 mei 2020. 

NEMO-LEM, Learning in Museums and Young People, 2015 (https://www.ne-mo.org/fileadmin/Dateien/public/topics/Audience_Development/Museums_and_Young_People_NEMO_LEMWG_study_2015.pdf). Geraadpleegd op 20 mei 2020. 

Persoonlijk gesprek over Artefact met Karen Verschooren, hoofd tentoonstellingen en curator bij STUK. 

SCHEP, M., Rondleiden is een vak, 2017 (https://lkca.nl/wp-content/uploads/2020/02/rondleiden-is-een-vak.pdf). Geraadpleegd op 20 mei 2020. 

TOPPING, K.J., ‘Trends in Peer Learning’, Educational Psychology 25 (2006), 631-645. 

VAN VELDHUIZEN, A., Educatie Toolkit, 2017 (https://www.icomnederland.nl/pdf/2017-10-07_Educatie-toolkit-Arja-van-Veldhuizen-2017-NL.pdf). Geraadpleegd op 20 mei 2020.