Blikopeners van het Stedelijk Museum Amsterdam. Foto: Tomek Dersu Aaron

Eerder al schreef STUDIO i een artikel over peer learning, toegepast op rondleidingen. Een museum dat dat principe toepast, is het Stedelijk Museum Amsterdam. 

Maar wat zijn peers en wat is peer learning ook alweer? Volgens Trends in Peer Learning’, leren mensen bij peer learning iets aan of van personen uit hun eigen doelgroep. Deze vorm van kennisuitwisseling vindt plaats tussen leeftijdsgenoten van vergelijkbare sociale groepenLeraren en leerlingen herkennen zichzelf in elkaar en beschouwen elkaar daardoor (min of meer) als gelijken. Het is mogelijk dat peer learners professionele educators zijn, maar vaak is dat niet het geval. Belangrijker is dat wanneer ze hun peers iets leren, peer educators ook zichzelf nieuwe vaardigheden aanleren. Deze vorm van kennisuitwisseling houdt dus zowel voor leraar als leerling voordelen in. 

Het Stedelijk onderzocht hier de mogelijkheden van en besefte dat het best jongeren inschakelde om relevant te worden voor andere jongeren. Daarom initieerde het museum in 2008 haar Blikopeners-programma. De Blikopeners zijn open minded jongeren tussen de vijftien en negentien jaar oud, afkomstig uit verschillende delen van Amsterdam. Ze zijn heel divers qua opleiding en achtergrond, maar willen allemaal de blik van het Stedelijk-publiek en -personeel openen met hun eigen kijk op kunst.

Rondleiding in het Stedelijk Museum Amsterdam door een van de Blikopeners. Foto: LNDW Studio

Hun takenpakket is divers. Niet in het minst maken ze leeftijdsgenoten enthousiast voor kunst en cultuur door het organiseren van workshops, evenementen, speedtours en peer to peerrondleidingen door het museum. Hoe ze die precies invullen, is afhankelijk van de Blikopeners zelf. Het Stedelijk laat hen daarin erg vrijHet eigenhandig organiseren van deze activiteiten vervult hen met trots en vaak nodigen ze dan ook familie en vrienden uit om deel te nemenZo komen deze mensen soms voor het eerst met het Stedelijk in contact. 

Tijdens hun rondleidingen zijn de Blikopeners niet als enige aan het woord. Ze gaan gesprekken aan met bezoekers en wisselen persoonlijke meningen over het museum en de kunstwerken uit. De Blikopeners stellen ook veel vragen die de bezoekers doen nadenken. Zo gaf Blikopener Oumaima hen bijvoorbeeld opdrachten zoals “Hoe zou jij deze zaal ingericht hebben?” of “Hoe zou jij de affiche van deze tentoonstelling ontwerpen?”. In de meeste musea hoeven bezoekers niet na te denken over zulke zaken. Toch kunnen ze interessant zijn. Zulke vragen maken de rondleidingen (inter)actiever en geven de jongeren het vertrouwen om een mening over te vormen over kunst. Dat merkte ook de 18-jarige Abdoellah: “Je voelt je toch wel meer op je gemak bij een jong iemand. Zo van: als een jong iemand zich er in kan verdiepen, dan kan ik het ook.” 

Uit een tussentijdse evaluatie van het project bleek dat jongeren veel beter luisteren naar hun peers dan naar oudere rondleiders. Ze zullen ook sneller antwoorden op vragen of deelnemen aan een gesprek. Dat komt omdat peerrondleiders het best weten hoe ze leeftijdsgenoten moeten benaderen, op welke manier ze iets moeten aanbrengen en wat wel of niet interessant is. Zelfs als de jongeren andere interesses hebben, zullen ze veel sneller geneigd zijn om oprecht te luisteren naar peers dan naar oudere museummedewerkers. 

Blikopener Oumaima verklaarde dat nader. Volgens haar luisteren jongeren aandachtiger omdat ze denken: “Zo’n jong iemand geeft niet snel een rondleiding, dus dan zal die wel iets interessants te vertellen hebben.” Anderzijds, zo zei ze, zijn jongeren flexibeler dan hun oudere collega’s. Ze kunnen vaak beter inspelen op de vragen en wensen van hun jonge luisteraars. 

“In klassiek opgevatte rondleidingen staat de kunst meestal centraal. De gidsen die deze rondleidingen geven, wijken niet snel af van hun vaste route met kunstwerken die ze tot in de details kennen. Blikopeners passen zich meer aan de bezoekers aan. Als ze merken dat hun publiek afhaakt of in andere zaken geïnteresseerd is, zullen ze sneller improviseren. Vertellen over de kunstwerken is uiteraard belangrijk, maar de rondleiding draait om wat de bezoekers willen weten. Daarom vinden jonge bezoekers zo’n rondleiding vaak leuk om te volgen en onthouden ze er ook meer van. 

Maar niet enkel de bezoekers groeien. Ook de Blikopeners ontdekken heel wat nieuwe kanten – en zelfs talenten – van zichzelf doorheen het traject. Zo vertelde Kaoutar dat “tien van de tien Blikopeners het niet als gewoon bijbaantje zagen, maar iets dat je doet voor je persoonlijke ontwikkeling.” Ze vertegenwoordigde niet als enige die mening. Maar liefst 73% van de Blikopeners die het Stedelijk in 2014 bevroeg voor een tussentijdse evaluatie, stelde dat het project had bijgedragen aan hun zelfvertrouwen. Eén van de belangrijkste factoren daarin was dat Blikopeners zich serieus genomen voelden. De jongeren zijn dan ook echt deel van het Stedelijk: ze staan op de loonlijst, leren de andere museummedewerkers kennen en worden om advies gevraagd. 

Uit datzelfde onderzoek bleek ook de kracht van hun diversiteit. De jongeren ervaren dat elke stem even belangrijk is. Er wordt geen onderscheid gemaakt op basis van achtergrond, gender, opleidingsniveau of kennis van kunstDaar was Kaoutar aanvankelijk wel bang voor. Ze dacht dat ze als Marokkaans meisje anders zou zijn, “maar je merkt als snel dat je niet anders bent dan de groep. Daarom ga je hier ook met plezier heen.” Naast Blikopeners met Marokkaanse achtergrond zijn er Blikopeners met Surinaamse of Nederlandse roots. Er is niet één soort Amsterdammer en het Stedelijk vindt dat je dat moet kunnen zien aan de hand van de museumstaf. 

Om zo’n diverse groep te garanderen, zet het museum in op alternatieve wervingsmethodes. Zo verspreidt het onder andere de jaarlijks calls om Blikopener te worden via advertenties op Marktplaats en met briefjes in de supermarkt. Omdat het museum de Blikopeners als jobstudent betaalt, kan het ook jongeren bereiken die anders niet over de tijd of middelen beschikken om zich een jaar lang gratis te engageren. 

Met het Blikopeners-project vangt het Stedelijk dus twee vliegen in één klap. Nagenoeg alle Blikopeners kijken tevreden terug op hun tijd bij het Stedelijk. Ze komen er rijker uit – letterlijk en figuurlijk. Voor het museum is hun inbreng onbetaalbaar. De frisse blik die de Blikopeners op kunst werpen, de manieren waarop zij andere jongeren weten te bereiken en de energieke sfeer die ze met zich meebrengen, houden het museum(personeel) scherpHet Blikopeners-traject zorgt daarom voor een vruchtbare wisselwerking, waar het Stedelijk op voort kan bouwen.

Meer informatie
Neem voor vragen of advies over Blikopeners contact op met Anne Sollie, coördinator Blikopeners bij Stedelijk Museum Amsterdam, via A.Sollie@stedelijk.nl, of Macarena LomaYevenes, waarnemend coördinator Blikopeners, via m.lomayevenes@stedelijk.nl.