Foto: Artefact, STUK

Het Leuvense Huis voor Dans, Beeld en Geluid (STUK) organiseert jaarlijks het kunstenfestival Artefact. Dat verbindt kunst, actualiteit en maatschappelijke uitdagingen. Centraal staan hedendaagse kunstvormen, die zich verhouden tot een complex onderwerp. Dat thema kan mensen verbinden, maar evengoed verdelen. De tentoonstelling met internationale kunstenaars en collectieven vormt de kern van Artefact. Daarnaast wordt er ook jaarlijks een Concert and Soundprogramma, samen met lezingen, workshops, en films georganiseerd. Zo kunnen bezoekers zich verder in het thema verdiepen. 

Omdat de thema’s zo complex zijn en de curatoren vaak kiezen voor conceptuele kunst, zet Artefact sterk in op rondleidingen. Die zijn talrijk en gericht op diverse doelgroepen. Naast het gebruikelijke publiek horen daar ook individuen of groepen bij voor wie een tentoonstellingsbezoek nieuw of niet zo vanzelfsprekend is. 

Mensen die niet vertrouwd zijn met kunst of musea, ondervinden heel wat drempels op de weg daarnaartoe. Om die drempels zo veel mogelijk te verlagen, houdt Artefact alle prijzen bewust laag of onbestaande: de tentoonstelling, alle rondleidingen en de meeste randactiviteiten zijn gratis.  

Dat alleen is helaas niet voldoende. Lage prijzen en een eenvoudige affiche in de stad werken niet als je deze mensen wil bereiken. Daarom spreken medewerkers en ambassadeurs van STUK, maar evengoed partnerorganisaties, moeilijk te bereiken groepen proactief aan om Artefact te bezoeken. Ter plaatse kunnen ze een rondleiding op maat volgenHet gaat zelfs zo ver dat twee derde van alle rondleidingen tijdens Artefact op maat worden gegeven. De nadruk hiervan ligt minder op informeren en meer op beleving en interactie. 

Naast de inhoud van de rondleidingen, zijn ook de gids en taal belangrijke aspecten. Dit jaar (2020) was het mogelijk om rondleidingen te volgen in het Nederlands, Nederlands voor nieuwkomers, Engels, Spaans, Italiaans, Chinees, Frans en Russisch. In het verleden waren er ook al gidsen die Zweeds, Duits en standaard Arabisch spraken. 

“In een internationale stad zoals Leuven is het belangrijk om die meertaligheid aan te bieden,” stelt Roberta Santucci. Zij gidste naast haar moedertaal Italiaans ook in het Engels en Nederlands voor nieuwkomers. “Vooral het aanbieden van niet-Europese talen is enorm waardevol. Dat geeft een duidelijk signaal aan mensen met een migratieachtergrond dat ze wel degelijk welkom zijn.” 

Om die veelheid aan talen te kunnen garanderen, werft Artefact gidsen aan via kanalen met een uitgesproken internationaal karakter. Voorbeelden daarvan zijn de universiteit (de Dienst CultuurPangaea, de Universitaire Parochie, het Centrum voor Levende Talen), Agentschap Integratie en Inburgering en de Dienst Diversiteit en Gelijke Kansen van Stad Leuven. Zeker die laatste vormt een vruchtbare bodem, gezien het diensthoofd van de Dienst Diversiteit in 2016 de publiekscoördinator van Artefact was. Zij weet als geen ander hoe Artefact werkt. 

Gelukkig moet Artefact het niet altijd buitenshuis gaan zoeken. Veel van de internationale gidsen waren voorheen al verbonden aan STUK. Soms in de vorm van vrijwilligers, maar evengoed als vaste klanten in het café of regelmatige bezoekers van de theaterproducties, concerten of films die er opgevoerd worden. Omdat het Huis voor Dans, Beeld en Geluid sterk inzet op niet-talige programma’s, voelen velen er zich welkom. Als ze dan in het in het Engels of in hun moedertaal mogen gidsen, is de stap naar het kunstenfestival slechts klein. 

Bij de werving wordt gepeild naar het profiel en de talenkennis van gidsen. De coördinatoren proberen daarna volgens het peer to peer-principe de juiste gids met de juiste groep te matchen. Roberta paste bij twee categorieën bezoekers. 

Enerzijds gidste ze tijdens de vorige editie (2019) van Artefact een groep Italianen met migratieachtergrond. Hoewel een deel van de groep kunstliefhebber was, wist een groter deel niets van kunst. Zij kwamen vooral om hun moedertaal nog eens te horen. Via Artefact ontdekten ze dat kunst ook iets voor hen kon zijn. Als ze geen rondleiding in hun moedertaal hadden gevolgd zouden ze wellicht nooit zelfstandig de stap naar een cultuurhuis gezet hebben. 

Anderzijds was Roberta ook heel geschikt om rondleidingen in Nederlands voor nieuwkomers te geven. Omdat ze zelf de taal heeft moeten leren spreken kende zij als geen ander de moeilijkheden. Haar beperktere woordenschat en ‘vreemde’ accent maakten de rondleidingen veel verstaanbaarder voor nieuwkomers. Het feit dat de gids geen feilloos Nederlands sprak stelde hen bovendien op het gemak. Daardoor focusten ze meer op de kunst dan op de taal en durfden ze vragen te stellen. 

Of al deze bezoekers ook automatisch terug zullen keren naar Artefact, staat niet vastMaar hoe het ook zij, het kunnen volgen van een rondleiding in hun eigen moedertaal, vonden alle bezoekers een enorme meerwaarde. 

Meer informatie
Neem voor vragen of advies over 
Artefact contact op met Karen Verschooren, hoofd tentoonstellingen en curator bij STUK, via karen.verschooren@stuk.be.