De tentoonstelling Surinaamse School. Schilderkunst van Paramaribo tot Amsterdam, van 12 december 2020 tot en met 31 mei 2021 te zien in het Stedelijk Museum Amsterdam, is een viering van Surinaamse schilderkunst in al haar verscheidenheid en diepgang. Aan de hand van ruim 100 kunstwerken van 35 kunstenaars neemt Surinaamse School je mee langs thema’s en narratieven die ten grondslag liggen aan de schilderkunst in de periode van ca. 1910 tot midden jaren 1980. Verbeelding van de eigen geschiedenis, spiritualiteit en het alledaagse leven spelen een rol in de artistieke ontwikkeling, evenals abstracte experimenten en maatschappelijke veranderingen.

Surinaamse pioniers die een grote stimulans zijn geweest voor andere kunstenaars krijgen bijzondere aandacht in de tentoonstelling, omdat de ontwikkeling van het kunst(vak)onderwijs van grote invloed is geweest op de professionalisering van de kunstbeoefening, en daarmee op de ontwikkeling van de schilderkunst. Met een team van gastcuratoren is onderzocht wie Surinaamse kunst op de kaart heeft gezet. Sommige kunstenaars bedreven gelijktijdig met hun artistieke werk sociaal-maatschappelijk en politiek activisme ter bevordering van een (cultureel) zelfstandig Suriname. Ook het werk van kunstenaars die lange tijd in Amsterdam werkzaam zijn geweest, zoals Armand Baag en Quintus Jan Telting, wordt uitgebreid gepresenteerd in Surinaamse School.

In het jaar waarin Suriname 45 jaar onafhankelijkheid viert, herinnert ook de tentoonstelling aan de gedeelde geschiedenis met Nederland. Door de langdurige Nederlandse koloniale overheersing was er bijvoorbeeld gebrek aan (bevoegd) kunstonderwijs in eigen land en waren kunstenaars lange tijd aangewezen op Nederland om hun kunstopleiding te vervolgen. Veel kunstenaars zijn daarna permanent of tijdelijk naar Suriname teruggekeerd. Zo vervolgde Jules Chin A Foeng zijn opleiding in Nederland en stimuleerde bij terugkomst in Suriname het surinamisme in zijn werk en kunstonderwijs. Naast de artistieke vorming in eigen land, die zich ontwikkelde tegen de achtergrond van groeiend nationalisme, processen van dekolonisatie en natievorming, is onder meer de artistieke beweging tussen Suriname en Nederland van invloed geweest op het werk en leven van verschillende kunstenaars in de tentoonstelling.

Kunstenaars in de tentoonstelling: Armand Baag; Wim Bos Verschuur; Robert Bosari; Jules Chin A Foeng; Frank Creton; Augusta en Anna Curiel; Felix de Rooy; Robbert Doelwijt; Wilgo Elshot; Ron Flu; Rudi Getrouw; Leo Glans; Eddy Goedhart; Nola Hatterman; Soeki Irodikromo; Rihana Jamaludin; Jean Georges Pandellis; Rinaldo Klas; Noni Lichtveld; Hans Lie; Guillaume Lo-A-Njoe; Nic Loning; Rudy Maynard; Jacques Anton Philipszoon; George Ramjiawansingh; Stuart Robles de Medina; George Gerhardus Theodorus Rustwijk; Cliff San A Jong; Gerrit Schouten; Govert Jan Telting; Quintus Jan Telting; René Tosari; Erwin de Vries; Paul Woei; Leo Wong Loi Sing.

De tentoonstelling is samengesteld door gastcuratoren Jessica de Abreu (antropoloog en medeoprichter The Black Archives), Mitchell Esajas (antropoloog en medeoprichter New Urban Collective en The Black Archives), Bart Krieger (publicist, zelfstandig kunsthistorisch onderzoeker en oprichter BAM! De Kunst Toko) en Ellen de Vries (publicist en zelfstandig onderzoeker) in samenwerking met Stedelijk Museum Amsterdam-medewerkers Inez Blanca van der Scheer (projectleider STUDIO i), Claire van Els (curator) en Carlien Lammers (medewerker inclusie). Ellen de Vries is initiatiefnemer van het projectvoorstel. Het tentoonstellingsconcept is ontwikkeld door de werkgroep van (gast)curatoren. Chandra van Binnendijk (zelfstandig publicist en redacteur in Suriname) is betrokken als inhoudelijk redacteur en adviseur van het tentoonstellingsconcept.

Het tentoonstellingsontwerp is vormgegeven door Serana Angelista.

Colofon reader:

Auteurs
Jessica de Abreu, Inez Blanca van der Scheer, Claire van Els, Mitchell Esajas, Eline de Jong, Bart Krieger, Carlien Lammers, Ellen de Vries, Rein Wolfs

Met dank aan
Het Stedelijk bedankt de auteurs, kunstenaars en bruikleengevers van de tentoonstelling. Ook gaat dank uit naar Serana Angelista, Chandra van Binnendijk, Charl Landvreugd en Marian Markelo.

Redactie
Chandra van Binnendijk en Gwen Parry (tentoonstellingsteksten),
Sophie Tates (essays)

Eindredactie
Els Brinkman

Vertaling
Steve Green

Projectleiding
Madelon Rambonnet

Grafisch ontwerp
Serana Angelista