“Het voelt eerder als een mindset” – interview met Julia Alvares, Medewerker Educatie en Inclusie bij Museum het Rembrandthuis
Om meer inzicht te geven in wat er speelt op het gebied van diversiteit en inclusie in het culturele veld interviewt STUDIO i verschillende collega's die zich hier actief mee bezighouden in hun werkzaamheden. Deze keer komt Julia Alvares aan het woord, o.a. werkzaam als Medewerker Educatie en Inclusie bij Museum het Rembrandthuis en als onderzoeker bij Talentenlab.
"Elke ochtend wanneer ik naar school liep en op het gebouw de leuze van Willem de Kooning ‘I have to change to stay the same’ zag staan, voelde ik mij krachtig. Het sterkte mij omdat het voor mij aangaf dat je je identiteit kan en mag ontlenen aan wie je zelf zou willen zijn."
Wat betekent inclusie voor jou?
Mee kunnen doen zonder daarin beperkingen te ervaren. Dat is in een notendop wat inclusie voor mij betekent. Die beperkingen kunnen zich uiten in hoe je jezelf niet of weinig herkent in de verhalen die verteld worden, een stukje representatie. Dat je beperkingen ervaart op het gebied van je gender, geaardheid, kleur of achtergrond, of dat je fysiek en mentaal geen aansluiting kan vinden.
Ik denk niet dat mijn visie over inclusie zomaar ergens vandaan komt. Ik groeide op in Etten-Leur, een wit dorpje in Brabant, waar ik met mijn donkere huidskleur aardig opviel. Mijn gezin bestaat uit mijn moeder, een witte vrouw die opgroeide in Brabant, mijn vader een zwarte man die vanaf zijn derde levensjaar uit Suriname naar Nederland is gekomen en opgroeide in de buurt van Rotterdam, en mijn twee zusjes. Ik heb mij altijd erg Nederlands gevoeld. Mijn referentiekader was niet veel anders dan dat van mijn vriendinnen en vriendjes uit mijn omgeving. Ik ondernam dezelfde dingen, stond er elke carnaval weer net zo stralend bij en mijn weekenden stonden in het teken van inspanningen op het hockeyveld. Ondanks diezelfde bezigheden werd ik toch steeds meer bewust van mijn anders-zijn door de terugkerende confrontaties met mijn omgeving omtrent mijn huidskleur. Het viel mij op dat onbekenden, bekenden, soms zelfs goede vrienden en familie, mijn identiteit ontleende aan mijn uiterlijk en soms niet verder keken dan dat. Ik voelde mij opeens niet altijd meer dat Nederlandse Etten-Leurse meisje.
Deze ervaringen gaven mij het gevoel dat ik beperkt werd in het echt mee kunnen doen. Het gevoel wat ik kreeg bij deze beperking vond ik lastig omdat het ging om subtiele ervaringen die niet zozeer erg tastbaar waren. Ik begon mij steeds meer af te vragen welke mensen, vanuit eigen ervaring, hier ook tegenaan liepen.
Voor mij veranderde er veel toen ik begon te studeren aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Een vrijwel net zo witte omgeving, maar waar ik sterk het gevoel had dat het hier echt ging om wat ik wilde vertellen. Elke ochtend wanneer ik naar school liep en op het gebouw de leuze van Willem de Kooning ‘I have to change to stay the same’ zag staan, voelde ik mij krachtig. Het sterkte mij omdat het voor mij aangaf dat je je identiteit kan en mag ontlenen aan wie je zelf zou willen zijn. Ik kreeg de ruimte om mijn eigen perspectief en dat van anderen te laten zien. Voor het eerst voelde ik mij gehoord en op mijn plek.
"Inclusie is onderdeel van mijn leven, mijn identiteit en daarmee een constant streven geworden. Het voelt eerder als een mindset en omvat dus niet zozeer alleen de dingen die ik ten uitvoer breng in mijn werk."
Op welke wijze komt inclusie terug in je huidige werkzaamheden?
Sinds kort ben ik Medewerker Educatie en Inclusie voor Museum het Rembrandthuis. Ik werk daarnaast voor het Tropenmuseum, bij de Surinametentoonstelling, en ik heb lang als rondleider gewerkt bij het Stedelijk Museum Amsterdam. Ook ben ik samen met Pippa Sterk onlangs begonnen met een onderzoek naar hoe het Bijlmer Parktheater bijdraagt aan het debat rondom diversiteit en inclusie dat op dit moment scherp gevoerd wordt. Vanwege het tienjarig bestaan van dit theater en de conferentie Building A House For Inclusion die in het voorjaar van 2021 aanvangt werd dit mede in opdracht van het LKCA en Talentenlab geïnitieerd.
Eerlijk gezegd komt inclusie niet alleen terug in de werkzaamheden en projecten die ik doe voor deze verschillende instellingen. Inclusie is onderdeel van mijn leven, mijn identiteit en daarmee een constant streven geworden. Het voelt eerder als een mindset en omvat dus niet zozeer alleen de dingen die ik ten uitvoer breng in mijn werk. Tijdens mijn docentenopleiding stond de vraag al centraal ‘hoe kan ik iedereen laten meedoen?’ Hoe kan iedereen zich gehoord voelen en hun weg vinden om zich te uiten via de beeldende kunst? De urgentie van de uitwisseling van ieders perspectief stond centraal. Een stukje interesse naar de ander is enorm van belang.
Dus dat zit er bij jou ook ingebakken, omdat je ook begrijpt hoe het voelt? Dat het bij jou dus ook iets is wat je altijd meeneemt?
Ja, ik heb ervaringen met het minder kunnen herkennen of kunnen aansluiten, maar ik ken ook heel veel perspectieven en ervaringen van andere mensen nog niet. Het is een uitdaging om dat te blijven zien en hiervoor open te staan. Voor mijn afstudeerscriptie- en tentoonstelling heb ik mij gericht op ‘drop-outs’, kinderen die uitvallen in het reguliere onderwijssysteem. Daarvoor ben ik naar de Democratische School in Landsmeer, Life!, gegaan. Er was en is best veel kritiek op democratische scholen. Ik ben daar juist naartoe gegaan omdat ik heel erg geïnteresseerd was naar andere manieren om het onderwijssysteem vorm te geven. Wat is het perspectief van wat ik op dit moment nog niet zie of wat ik nog niet heb ervaren?
"Het omgaan met een bepaalde ongemakkelijkheid heeft ervoor gezorgd dat ik mijn blik heb kunnen verbreden en veel van mijn visie op het docentschap heb kunnen loslaten en bijstellen."
Ik vond het moeilijk om mijn stage te lopen op deze school omdat je wordt opgeleid als docent met bepaalde ideeën en referentiepunten. Het omgaan met een bepaalde ongemakkelijkheid heeft ervoor gezorgd dat ik mijn blik heb kunnen verbreden en veel van mijn visie op het docentschap heb kunnen loslaten en bijstellen. Ik stond hier namelijk niet voor klassen, de leeftijden van de kinderen liepen door elkaar en er waren geen vaste lessen. Wat maakte mij als docent nog interessant voor deze studenten? Het leerlingenbestand was daarbij enorm divers, ook qua achtergrond, ervaringen en de reden van verplaatsing naar deze school. Zo leerde ik kinderen kennen die al op zes Amsterdamse scholen les hadden gekregen en in hun weg naar hun ontwikkeling, in hun schoolleven, nergens die aansluiting vonden. Ik trok tijdens mijn onderzoek een parallel naar al die spikkeltjes, stofjes, ruis, die je op de beelden tegenkwam van oude videobanden. Deze spikkeltjes werden ook drop-outs genoemd. Het grote verschil met de ‘drop-outs’ van het reguliere onderwijssysteem was dat deze spikkels niet werden gezien als afvalligen van het systeem maar juist als de indicatoren werden gezien van de beeldkwaliteit. De studenten die ik hier leerde kennen werden voor mij de maatstaf van een nieuw onderwijssysteem waar veel meer vraag en behoeften naar was, Drop-ins.
En dat is een les die ik meeneem op het gebied van inclusie, dat je werkt vanuit de mensen die beperkingen ervaren of ergens tegenaan lopen. In plaats van dat zelf te gaan bedenken. Het is van belang om samen met die mensen onderzoek te doen en hen de ruimte te geven aan verhalen die zij te vertellen hebben. Dus voor mij – en daar liep ik in die periode ook best wel tegenaan – is inclusie niet altijd alleen maar een stap vooruit, maar ook heel vaak een stap terug. Waarbij je dus bestaande verhalen een meer volwaardige plek zou kunnen geven en nieuwe verhalen de ruimte geeft om verteld te worden.
"Wat ik in mijn omgeving zie, en wat ik ook mezelf zou willen meegeven, is om niet bang te zijn om het fout te doen."
Wat zijn andere belangrijke lessen die je hebt geleerd op het gebied van inclusie?
Dat het niet alleen gaat om het kijken naar hoe je iemand mee zou kunnen laten doen, maar om een intrinsieke werkwijze of denkwijze. Inclusie zou meer geïntegreerd moeten zijn hierin. Het woord zegt het misschien zelf ook al wel, inclusief. Het is niet iets wat apart ontstaat, maar wat juist duurzaam verweven zou moeten zijn in de manier van denken en handelen als instelling.
Welke persoonlijke inzichten zou je anderen graag mee willen geven?
Dat is een moeilijke vraag. Wat ik in mijn omgeving zie, en wat ik ook mezelf zou willen meegeven, is om niet bang te zijn om het fout te doen. Ik geloof erin dat iedereen vooroordelen en blinde vlekken heeft. Als onderwerpen te groot worden en je te bang bent om ’verkeerd’ te gaan handelen dan kan het ook zijn dat je helemaal niks meer onderneemt. Het is vooral heel erg belangrijk om jezelf te blijven pushen om een open blik te blijven houden. Ben niet bang voor dat onbekende, maar probeer dat juist te omarmen. Zo voelde ik veel ongemak bij mijn stageschool omdat het ver weg stond van wat ik kende en wat mij eigen was. Alles druiste in tegen wat ik had geleerd tijdens mijn studie. Dat was iets wat ik moeilijk vond. Maar ik denk dat je dat onbekende niet uit de weg zou moeten gaan. Probeer gewoon te kijken waarom het je een ongemakkelijk gevoel geeft. Ik denk dat dat ervoor zorgt dat je een open blik kan blijven houden. Leer nieuwe mensen kennen en hun verhalen en perspectieven, en probeer dat mee te nemen.
"Dat het soms ook kan gaan om juist al ingesloten groepen wordt vaak vergeten."
Welke uitdagingen zijn er volgens jou om tot een meer inclusief cultureel veld te komen?
Meer inclusief zijn richt zich vaak op het meer toegankelijk worden voor diverse doelgroepen die op dit moment nog niet (voldoende) mee kunnen doen. Maar dat het soms ook kan gaan om juist al ingesloten groepen wordt vaak vergeten. Ik heb bewondering voor alle mensen die zich durven uitspreken over dingen die ze lastig vinden en de pijnpunten die ze ervaren. Ik ben juist opgevoed met het idee dat je boven een situatie staat en stilzwijgend zorgt dat dingen je niet raken. Misschien is dit ook een stukje acceptatie, dat je je ergens beperkt in voelt en dat je daarin voor jezelf accepteert dat dit nu eenmaal zo is en je het daarbij laat. Als ik kijk vanuit mijn eigen ervaring was voor mij het ‘normaal’ de plek waar ik ben opgegroeid. Maar nu ik een aantal jaar in Amsterdam woon zie ik pas de verschillen en merk ik met terugwerkende kracht pas op waarin ik mij beperkt heb gevoeld. Het is een uitdaging om juist die kleine, stille verschillen – mensen die zich niet gehoord voelen of niet kunnen aansluiten – ook naar boven te halen als instelling. Probeer daarom als instelling te werken aan het grote scala aan verschillende identiteiten die de mens in onze samenleving rijk is en deze identiteiten niet simpelweg onder te verdelen in losse groepen. Het gaat om intersectie.
"Een tip van mij is om echt te kijken naar het draagvlak dat je hebt zodat je een begin kan maken met het actief uitvoeren en bewerkstelligen van plannen."
Kun je praktische tips of handvatten delen voor andere culturele instellingen die meer inclusief willen worden?
Ik denk dat het schrijven van een plan vanuit de Code Diversiteit en Inclusie heel belangrijk is, maar dat veel instellingen dat ook wel hebben gedaan. Het belangrijkste is dat je hemelsbreed over de afdelingen prioriteiten gaat stellen op het gebied van diversiteit en inclusie. Een tip van mij is om echt te kijken naar het draagvlak dat je hebt zodat je een begin kan maken met het actief uitvoeren en bewerkstelligen van plannen. Dan blijft het niet iets wat alleen op papier staat maar wat echt gedaan gaat worden. Zonder te kijken of er echt intrinsieke motivatie is bij de mensen die er werken, loop je het gevaar dat je uitkomt in incidentele acties of kleinschalige projecten in plaats van een duurzaam proces waarbij het handelen en denken vanuit een inclusieve gedachte in jouw instelling is verweven. Focus daarbij ook niet te veel op eindproducten om niet aan de inhoud van een duurzame verandering voorbij te gaan.
"Inclusie begint bij het afvragen waarom je iets op een bepaalde manier doet en voor wie je dit doet."
Dus ook weer dat het meer over een mindset gaat dan over projecten, dus dat de mindset key is?
Ik denk inderdaad dat dat voor mij key is. Begin vooral ook met het organiseren van gesprekken binnen een instelling om te kijken wat je bewegingsruimte is. Ga ook samenwerkingen aan met instellingen die misschien al wel wat meer inclusief zijn geworden. Hoe hebben ze dat aangepakt? Wat zijn hun ervaringen? We kunnen echt veel meer onze krachten bundelen als instellingen binnen dit culturele veld. Ik heb het idee dat door corona het juist ook een moment is van zelfreflectie en dat dat ook echt wel veel meer gebeurt. Samenwerkingsprojecten zoals bijvoorbeeld Musea Bekennen Kleur, daar doet Museum het Rembrandthuis ook aan mee, zijn enorm van belang om je rol als instelling te kunnen blijven definiëren.
Voor een instelling is het belangrijk dat je jezelf blijft afvragen waarom je iets doet en met welke drijfveer je het wil aanvliegen. Dit kan je grootschalig benoemen of juist ook dicht bij jezelf houden. Inclusie begint bij het afvragen waarom je iets op een bepaalde manier doet en voor wie je dit doet. Het stukje zelfreflectie zouden we moeten vasthouden.
"Het is goed om in alle eerlijkheid te blijven kijken naar wat er gebeurt."
Kun je iets vertellen over een project waar je aan hebt gewerkt wat voor jou heel waardevol was?
Ik heb natuurlijk al verteld over mijn afstudeerproject, dat is iets wat mij persoonlijk heel veel inzichten heeft gegeven. Ik vind op dit moment het project wat ik nu gestart ben met het Bijlmer Parktheater heel interessant. Verschillende instellingen ervaren moeilijkheden met het werken vanuit diversiteit en inclusie. Het onderzoek heeft de insteek om de praktijk van het Bijlmer Parktheater op het gebied van diversiteit en inclusie te onderzoeken en te positioneren in het culturele veld om zowel input en output hierop te ontvangen. Wat kan het theater bieden aan andere culturele instellingen en wat krijgt het als reactie terug? Het stukje samenwerking, uitwisseling en zelfreflectie maken het onderzoek voor mij interessant en waardevol.
Het is goed om in alle eerlijkheid te blijven kijken naar wat er gebeurt. Als instelling wil je altijd wel zien wat je wel doet en niet zo snel wat je nog niet doet. Ik denk dat je daar een balans in moet vinden. Je mag heel erg blij zijn met de dingen die je als instelling onderneemt, houd daaraan vast want dat motiveert. Maar blijf ook kijken naar wat je nog meer zou kunnen doen, waar je nog een inhaalslag in zou moeten maken. Dus weer dat stukje zelfreflectie. Het is een sterk uitgangspunt om jouw rol als instelling in het veld te blijven onderzoeken, wat valt op en wat ontbreekt nog?
"Ik vind het ontzettend knap als je jezelf durft uit te spreken."
Het is mooi dat zij een onderzoek doen naar wat ze ook nog niet doen.
Ja, het is ook een continu proces en dat zal ook niet ergens stoppen. De definitie van wat inclusief zal zijn blijft veranderen.
Welke andere organisaties en projecten op het gebied van inclusie zijn volgens jou waardevol?
Dat zijn er eigenlijk best wel veel omdat er op dit moment veel mooie projecten plaatsvinden. Wat ik net al zei, ik vind het ontzettend knap als je jezelf durft uit te spreken. Dat zag ik gebeuren in de open brief die gestuurd werd ‘Wij zien jullie, witte kunst- en cultuursector’. Het ging hier om een strijd tegen racisme, over meerstemmigheid en over diversiteit in de culturele sector, waar samen voor in opstand gekomen werd. Ik vond het een heel sterke brief die voor mij woorden gaf aan de ervaringen en gevoelens van vele mensen, waaronder ikzelf.
Onlangs heb ik een online intervisiesessie door de Code Diversiteit en Inclusie mogen bijwonen. Dit was met verschillende afdelingen door heel Nederland, en met theaters, kleine musea, grote musea, en zzp-ers die werkzaam zijn in de kunstsector. Tijdens deze intervisiesessie kwamen de pijnpunten en de moeilijkheden aan bod die je ondervindt in je werk of organisatie. Het is mooi om een samenwerking aan te gaan waarbij je perspectieven hoort van iemand anders en daardoor ook nieuwe inzichten op kan doen. Ik vind dat dat soort projecten er meer zouden moeten zijn. Ik denk dat er bij ons in de culturele sector best wel een vaart en snelheid zit. Juist met dit soort intervisiesessies zoek je het rustpunt op.
Wat ook nog waardevol voor mij is: elk jaar ga ik naar graduation shows van kunstacademies. Ik merk dat de studenten hier vaak op zoek gaan naar de verhalen die nog niet (vaak) verteld worden. En daar willen ze iets mee doen. Van hele persoonlijke verhalen van jezelf tot die van een ander, van een kritische blik naar het brengen van een ode aan iets dat je waardeert. Elk jaar geven al die verhalen weer nieuwe inzichten.
De voorstelling Stamboom monologen van Joy Delima bij het Internationaal Theater Amsterdam leek een blauwdruk van mijn eigen leven. Joy geeft een monoloog over haar politieke bewustwording op het gebied van racisme en uitsluiting. In de voorstelling gaat ze op zoek naar het antwoord op de vraag ‘Wie ben ik?’ Tijdens deze voorstelling vraag je jezelf als toeschouwer af wie jij bent in haar verhaal.
"Mijn mening is dat een meerderheid niet altijd een minderheid mag overstemmen."
Ik heb voordat ik begon als museumdocent ooit een Onvergetelijk Stedelijk-programma mogen bijwonen. Kunst wordt tijdens dit programma toegankelijk gemaakt voor mensen met dementie en hun dierbaren. De passie en gedrevenheid van de museumdocent om in contact te staan en blijven met de deelnemers tijdens dit programma is ontzettend indrukwekkend om te zien. De rondleiding is voor mij waar inclusie over gaat. Een zoektocht naar verbondenheid in een veld van verschillende perspectieven waarbij processen van totale herkenning en vervreemding zich kunnen afwisselen.
Wat zou je nog graag willen meegeven?
Een inzicht die ik tijdens mijn eindstage heb opgedaan is dat je juist probeert een minderheid de maatstaf te laten zijn van hoe je dingen aanvliegt of bekijkt. Even een voorbeeld: als je kijkt naar Breda, wat echt een beetje mijn stad is, dan word je in en rond de Sinterklaasperiode omgeven met Zwarte Piet, inclusief de optocht. Er zijn misschien wel 600 brieven gestuurd naar de burgemeester in de trant van: ‘dit raakt mij’, of ‘hier heb ik moeite mee’. Toch wordt er nog best wel veel vastgehouden aan de meerderheid van de burgers die graag geen verandering in het beeld van de Piet zouden willen zien. De gemeente heeft vanuit het idee van de volksvertegenwoordiging van de Bredase burger hier dan ook gehoor aan gegeven. Mijn mening is dat een meerderheid niet altijd een minderheid mag overstemmen. Het is juist heel erg belangrijk om te kijken naar wat een minder grote groep te vertellen heeft. Het is voor mij de verkeerde weg als je daar meteen al overheen stapt. Dat je deel uitmaakt van een zogenaamde ‘minderheid’ betekent voor mij ook niet dat je minder bent.
Biografie
Julia Alvares is in 1996 geboren in Hendrik-Ido-Ambacht. Haar moeder is Nederlandse en groeide op in Someren, haar vader emigreerde op zijn derde levensjaar vanuit Suriname naar Nederland. In 1999 verliet ze met haar ouders haar geboortedorp en verhuisde ze naar het zuiden van het land. Etten-Leur was dan ook de plek waar ze grotendeels opgegroeide en de basis legde van haar ervaringen. Wanneer ze samen met haar moeder als tienjarig meisje de Albert Cuyp Markt voor het eerst bezocht, droomde ze vanaf dat moment om in de stad te gaan wonen waar ze zich opeens echt kon herkennen. Ze besloot te studeren in Rotterdam en zich na enige tijd te vestigen in Amsterdam. Inmiddels woont ze hier nu al 2,5 jaar en voelt ze zich op haar plek.
Julia is afgestudeerd Docent Beeldende Kunst en Vormgeving met als specialisatie onderwijsinnovatie en onbewuste uitsluiting. Ze heeft zich tijdens het einde van haar studie vooral gericht op voortijdige schoolverlaters en machtsverhoudingen binnen het onderwijs. Na haar stage bij het Stedelijk Museum Amsterdam begon ze hier later te werken als museumdocent. Dit kreeg een vervolg in Het Tropenmuseum waar ze als tentoonstellingsmedewerker bij Sabi Suriname zichzelf ook beter mocht leren kennen door in contact te staan met veel bezoekers. Een Surinaams gezegde is dan ook dat je moet weten waar je vandaan komt om te weten waar je naartoe wilt gaan, die zoektocht is ze aangegaan.
Waar je je eigen identiteit aan ontleent, daarbij zijn juist de verhalen van iemand anders enorm van belang om inzichten op te doen, verrast te worden en tot een punt van reflectie te komen. Toen de kans zich voordeed om naast dit werk onderzoek te gaan doen voor het Bijlmer Parktheater mede geïnitieerd vanuit het LCKA, is ze hier dan ook meteen op ingegaan. Samen met haar functie bij Museum Het Rembrandthuis als Medewerker Educatie en Inclusie ziet ze hoe verhalen samenkomen, welke perspectieven nog ontbreken en kan ze nu nog meer betekenis geven aan hoe deze verteld worden.