Hoe heet je bezoekers welkom voor wie jouw taalgebruik niet vanzelfsprekend is?
Nest maakte met een door de gemeenschap aangedragen onderwerp een tentoonstelling waarin een heel grote en diverse groep mensen zich kan herkennen en zich erdoor aangesproken voelt.
De tentoonstelling Language is the only homeland volgde op een onderzoek naar diversiteit en inclusiviteit in de hedendaagse beeldende kunst dat was uitgevoerd voor Nest.
De twee centrale vragen van het onderzoek waren:
- Wat is de reden van mensen om geen kunstinstellingen te bezoeken, en;
- Wat kan de instelling doen om voor een breder publiek betekenisvol en toegankelijk te worden?
Een veelgehoorde reden van mensen om niet naar tentoonstellingen te gaan, bleek het taalgebruik van de instelling. Niet zozeer de ingewikkeldheid ervan, maar vooral het feit dat mensen zich niet herkennen in persberichten en tentoonstellingsteksten. Veel mensen voelen zich niet aangesproken, hebben niet het gevoel dat de tekst over hen of hun leef- of belevingswereld gaat.
Language is my only homeland
De titel van de tentoonstelling is een citaat van de Poolse schrijver Czeslaw Milosz, dat betekent dat taal mensen het gevoel kan geven dat ze ergens bij horen, ook al zijn ze ver van huis. Taal is veel meer dan alleen een communicatiemiddel. Taal is een drager van cultuur, van collectieve herinneringen en maakt deel uit van de identiteit van mensen.
Voor veel mensen vallen taal en identiteit niet samen. Dat kan het gevolg zijn van onrechten uit het verleden, koloniale overheersing, of de politieke onderdrukking van bepaalde groepen in samenlevingen door machthebbers. Door wereldwijde migratie en globalisering is de breuk tussen taal en identiteit de realiteit van een groeiende groep mensen vandaag de dag. Dit leidt ertoe dat een groot aantal talen bedreig wordt en dat steeds meer kinderen vervreemd raken van de talen die hun (groot)ouders spreken.
De grote rol die taal speelt bij het betrekken van publiek, zeker in Den Haag waar 53% van de inwoners een migratie-achtergrond heeft, was de aanleiding om een tentoonstelling te maken over taal en de relatie die er bestaat tussen taal en identiteit. De tentoonstelling stelde de vraag wat er gebeurt als je dagelijks spreektaal, je moedertaal, je nationale en culturele identiteit niet samenvallen. De zes deelnemende kunstenaars, afkomstig uit vijf werelddelen, gaven daar vanuit hun persoonlijke leefomstandigheden op uiteenlopende wijze antwoord op, aan de hand van maatschappelijk en politiek geëngageerde kunstwerken.
Inclusief taalgebruik
Simone Zeefuik was gevraagd om een essay bij deze thematiek te schrijven voor het gratis tentoonstellingsboekje. Ook was zij, in de hoedanigheid van taaladviseur, gevraagd om erop toe te zien dat alle teksten die bij de tentoonstelling werden geschreven een inclusief taalgebruik hanteerden. Simone Zeefuik is schrijver en taalexpert en adviseert diverse culturele instellingen over manieren waarop zij met hun taalgebruikgemarginaliseerde groepen kunnen betrekken in plaats van buitensluiten. Ook was de tentoonstellingstekst vertaald in de acht meest gesproken talen in de wijk waarin Nest zich bevindt.
Het doel van het project was om gevolg te geven aan de uitkomsten van het onderzoek waarvoor tal van Hagenaars waren geïnterviewd zodat direct aan hun aanbevelingen gehoor kon worden gegeven.
Niet eerder kwamen er zoveel aanvragen voor rondleidingen van groepen die nooit eerder bij Nest waren geweest en voor wie een bezoek aan een hedendaagse kunstinstelling niet vanzelfsprekend was. Daarmee was een belangrijke doelstelling bereikt.