De helende kracht van kunst – een project voor patiënten uit de palliatieve zorg
Wetenschappers zijn het erover eens dat kunst een helend effect heeft. De Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België (KMSKB) ontwikkelden daarom samen met dagcentrum TOPAZ het project De helende kracht van kunst voor patiënten uit de (palliatieve) zorg.
‘Museum op Maat’ is het overkoepelende project van de KMSKB dat de toeleiding van diverse kansengroepen naar het museum wil ondersteunen. Het biedt rondleidingen, creatieve parcours, ateliers en thema-activiteiten aan op maat van specifieke doelgroepen, zoals mensen met een mentale of fysieke beperking, anderstalige nieuwkomers, mensen in armoede etc. Omdat ongeneeslijk zieke mensen van de afdeling palliatieve zorg vaak moeilijk te bereiken zijn, startte ’Museum op Maat’ in januari 2017 met het project De helende kracht van kunst. Daarvoor werken de KMSKB samen met TOPAZ, een palliatief en supportief dagcentrum uit Brussel.
Voor de ‘gasten’ van TOPAZ is een uitstap naar het museum niet zo evident.(1) Met de steun van het verplegend personeel en de vele vrijwilligers is het echter wel mogelijk. Omdat het project tot doel heeft om mensen even uit hun conditie van ‘zieke’ te halen (waartoe ze helaas vaak gereduceerd worden), is het meer dan enkel een leuk uitstapje. ‘Helende kracht van kunst’ wil hen in contact brengen met kunst en hen onderling laten converseren. Beide aspecten kunnen namelijk steun en troost bieden. Daarnaast wil het museum ook meer dialoog en verbinding creëren tussen de kunst- en zorgsector. Verbinding tussen de gasten, het verzorgend personeel, de vrijwilligers, de familie, de museummedewerkers en de erfgoedbewaarders staat dan ook centraal.
Het project kwam in twee fasen tot stand. In een eerste fase werden de gasten van TOPAZ, maar ook hun familie, de vrijwilligers en het zorgpersoneel, uitgenodigd in de KMSKB. Uitzonderlijk kregen ze onder deskundige en aangepaste begeleiding toegang tot de collecties op een sluitingsdag. Er werden tijdens het bezoek veel indrukken uitgewisseld en opgetekend. In een tweede fase bezochten de gasten van TOPAZ de KMSKB tijdens de openingsuren. Museummedewerkers en gasten leerden elkaar steeds beter kennen. Dankzij voortdurende terugkoppeling met en evaluatie door het zorgpersoneel ontdekten de museummedewerkers ook de specifiekere noden en wensen van deze doelgroep. Een bezoek aan het zorgcentrum zelf kon hierin niet ontbreken.
Om zo’n rustgevende, maar vaak ook intieme rondleiding te kunnen waarborgen, moet rekening gehouden worden met een aantal zaken. Zo mag de groep niet te groot zijn. De KMSKB hanteren een maximum van vijf bezoekers uit de doelgroep. Zorgverleners, vrijwilligers en familie zijn daar niet bij inbegrepen. Daarnaast stelden museummedewerkers vast dat de rondleidingen het best in de namiddag georganiseerd worden. De reden is hiervoor drieledig. Ten eerste zijn de meeste patiënten vrij, gezien hun medische afspraken vooral in de voormiddag plaatsvinden. Ten tweede is er minder verkeer op de weg. Ten derde zijn er minder groepen aanwezig in het museum, waardoor het ontvangst vlotter verloopt. Verder moet logistiek alles in orde zijn; het onthaal gebeurt buiten en binnen voorzien museummedewerkers stoelen en dekentjes. Museummedewerkers worden gebriefd en een KMSKB-vrijwilliger steekt waar nodig een handje toe. Tevens moet ook rekening gehouden worden met de gezondheidstoestand van deze mensen. Museumbezoeken organiseren voor palliatieve patiënten in de laatste fase is praktisch zeer moeilijk haalbaar. Maar ook de situatie van mensen met een iets betere gezondheid kan last minute veranderen. Zorgverleners kunnen soms pas een uur op voorhand laten weten wie effectief het museum zal bezoeken. Soms zijn dat patiënten die oorspronkelijk niet op de lijst stonden. Tot slot is in het diverse Brussel ook de taal niet altijd vanzelfsprekend. Niet iedereen spreekt Nederlands, Frans of Engels, waardoor de spreektaal voortdurend aangepast dient te worden. Dat vormt echter geen probleem en draagt ook bij tot het informele karakter van het bezoek.
Maar hoe ziet zo’n aangepast bezoek er nu precies uit? De KMSKB nemen uitgebreid de tijd om dit bezoek zowel qua vorm als qua inhoud voor te bereiden. Het bezoek aan het museum mag niet alleen staan, ook de voorbereiding en de ‘na–beleving’ zijn belangrijk. In een eerste fase organiseren museummedewerkers een ‘extra muros’ bezoek aan de zorginstelling. Daar stellen ze het museum op een informele manier voor aan de bewoners. Dat gebeurt aan de hand van voorwerpen en een iPad met foto’s van het museum en uitvergrote details van kunstwerken. Koffie, thee en koekjes versterken de gemoedelijke sfeer. Tijdens die ‘extra muros’ momenten wordt vooral geluisterd naar het verhaal en de achtergrond van de patiënten. Op het einde kiezen ze samen met de museummedewerkers welke afdeling van de collectie ze zullen bekijken. Wanneer ze dan het museum bezoeken, gebeurt dat zeer organisch. Museummedewerkers passen hun ritme aan dat van de bezoekers aan. De keuze van en het aantal kunstwerken staat dus niet vast. Als een bezoeker wil afdwalen of minutenlang wil reflecteren voor een schilderij, dan mag dat. Stiltemomenten kunnen namelijk waardevol zijn. Op sommige momenten ‘spreken de rondleidingen voor zich’. De focus van deze rondleidingen ligt in de eerste plaats dus op de bezoekers, de dialoog en het uitwisselen van ideeën, maar natuurlijk wordt het kunsthistorisch discours hierbij niet uit het oog verloren.
Omdat het project zo succesvol was, hebben de KMSKB enkele zaken doorgevoerd in de rest van hun programmering. Ten eerste resulteerde De helende kracht van kunst in een langdurige samenwerking tussen de KMSKB en TOPAZ. De gasten van TOPAZ bezoeken driemaandelijks het museum en de medewerkers van de KMSKB bezoeken jaarlijks het zorgcentrum. Ten tweede werd het project uitgebreid naar andere kwetsbare doelgroepen in Brussel. Naast bezoeken voor ongeneeslijk zieke mensen, organiseren de KMSKB ook activiteiten voor bewoners van rusthuizen, mensen met psychische problemen, mensen met dementie, dragers van het Hiv-virus, drugsverslaafden etc. Omdat de KMSKB geen therapeutische ambities koesteren, gaat het project vandaag door onder de naam Kunst en zorg. De bevindingen hiervan, delen ze via dialoogtafels en colloquia met andere musea en zorginstellingen.
Meer informatie?
Neem voor vragen of advies contact op met Isabel Vermote, initiatiefneemster van het tweetalige project ‘kunst en zorg’ en verantwoordelijk voor ‘Museum op Maat’ via isabel.vermote@fine-arts-museum.be of +32 2 508 33 48. Neem voor het Franstalige programma contact op met Marie-Suzanne Gilleman via marie.suzanne-gilleman@fine-arts-museum.be.
*Helende Kracht van Kunst is een initiatief van de KMSKB en TOPAZ – IN/FINITY. Het project werd opgestart in januari 2017 en werd geleid door Julie Rodeyns (Matchbox vzw en IN/FINITY) en Isabel Vermote (verantwoordelijke voor Museum op Maat binnen de KMSKB). Partners waren het Forum voor Palliatieve Zorg, het Dagcentrum voor Supportieve en Palliatieve Zorg TOPAZ (Wemmel) en Matchbox vzw. Het project werd gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
(1) In TOPAZ worden patiënten ‘gasten’ genoemd. In tegenstelling tot de term ‘patiënt’, behelst de term ‘gast’ enkele van de basisbegrippen van TOPAZ: vertrouwen, vertrouwdheid, ruimte voor emoties en kwetsbaarheid en ongedwongenheid. Niets moet, alles kan.