Foto: Theodoor Adriaans

Introductie

Thema
De verhalen die in culturele instellingen worden verteld zijn lange tijd gemaakt en opgetekend door een kleine, homogene groep mensen. Het belang van een grotere diversiteit aan verhalen wordt echter steeds meer onderkend, meerstemmigheid vormt steeds meer een speerpunt en onderdeel van de praktijk van culturele instellingen. Een plek geven aan meerdere perspectieven binnen culturele instellingen zorgt ervoor dat groepen die nu vaak uitgesloten zijn een stem krijgen en zichzelf kunnen herkennen in de verhalen die culturele instellingen vertellen. Ook vormt het een verrijking van de ervaring die alle bezoekers opdoen.

Maar hoe breng je meerstemmigheid in de praktijk? Hoe kun je de verhalen die je verzamelt op een betekenisvolle manier met elkaar verbinden? We nodigen je graag uit om deze vragen te verkennen op onze inspiratie- en workshopdag over meerstemmigheid. Op deze dag ontmoet je mensen die uit eigen ervaring weten hoe belangrijk het is om verhalen te verzamelen en hoe je deze verhalen met elkaar kunt ontsluiten. Er worden door middel van creatieve en methodologische werksessies handvaten aangereikt om meerstemmigheid in de praktijk toe te passen.

Doelgroep
Deze inspiratie- en workshopdag is speciaal gericht op de changemakers in het culturele veld: mensen die zich toegelegd hebben op het veranderen van de instituties, van binnenuit én van buitenaf.

Praktische informatie
Datum: donderdag 30 januari 2020
Locatie: Van Abbemuseum te Eindhoven
Prijs deelname: 35 euro
Verslag: Eef Segers (stagiair), Inez Blanca van der Scheer, Steffie Maas

Verslag in PDF
Bekijk hier het hele verslag in PDF-formaat.

Programma

09.30-10.30 uur:
Bezoek aan de tentoonstelling Positions #5 – Untold Stories, met introductie door curator Nick Aikens (optioneel)

Meer informatie over de tentoonstelling is hier te vinden.

10.30 uur:
Ontvangst en registratie in museumcafé met koffie en thee

11.00 uur:
Keynote door Mariam El Maslouhi
Mariam El Maslouhi is een Nederlandse-Marokkaanse en is beleidsmedewerker bij de Haagse Stadspartij, een linkse partij in Den Haag. Daarnaast is ze mede-oprichter en presentator van Dipsaus, een podcast door en voor vrouwen van kleur. Ze is een gepassioneerd platformbouwer en was voorheen schrijver.

12.30 uur:
Lunch in museumcafé

13:15-14.45 uur: Ronde 1 workshops

  • Wouter Colpaert @ Zandzakcirkel Dan Peterman
  • Linda Malherbe en Fenmei Hu @ Werksalon – onderzoeksruimte
  • Leana Boven @ Leslokaal

15.00-16.30 uur: Ronde 2 workshops

  • Guinevere Ras @Werksalon – onderzoeksruimte
  • Kavitha Varathan @ Werksalon – presentatieruimte
  • Leana Boven @ Leslokaal

16.35-17.00 uur:
Lancering queer gebaren glossary in het auditorium (kijk hier voor meer informatie)
Met een inleiding door constituent curator Olle Lundin en presentatie door Richard Cokart van het Nederlandse Gebarencentrum en Ellen Nauta van Het Instituut Gebaren, Taal & Dovenstudies (IGT&D) van Hogeschool Utrecht

17.00 uur:
Afsluiting van de dag met spoken word door dichter Tirsa With
Borrel en eten in het museumcafé

Opmerkingen?
Nog vragen, reacties rondom of wellicht nog mooie voorbeelden die jullie willen delen?
Dan nemen we dit op in het verslag over deze dag.
Neem dan contact met ons op via: info@studio-inclusie.nl

Foto: Theodoor Adriaans

9.30 – 12.30: Kennismaking met STUDIO i en Van Abbe

Positions #5 – Telling Untold Stories
09.30-10.30 uur

Bezoek aan de tentoonstelling met een introductie door curator Nick Aikens (optioneel).

Bio: In zijn werk focust Nick Aikens vooral op de eighties en UK Black Arts Movement. Hij doet dat sinds 2012 als curator bij het Van Abbemuseum en sinds 2013 als docent aan de DAI Art Praxis. Sinds 2013 maakt hij ook deel uit van L’Internationale. Tussen 2015-2017 doceerde hij aan de Design Academy Eindhoven en rond diezelfde periode begon ook zijn onderzoek aan het Visual Arts Department van HEAD in Genève. Momenteel leidt hij het onderzoeksprogramma Deviant Practice in het Van Abbemuseum.

In de vijfde editie van de tentoonstellingsserie Positions wordt nieuw en recent werk getoond van vijf kunstenaars die in Nederland wonen en werken. De vijf solopresentaties, getoond in dialoog met elkaar, maar zonder gemeenschappelijk thema, geven een inkijk in de artistieke praktijk van enkele van de meest boeiende Nederlandse kunstenaars van dit moment: Mounira Al Solh, Mercedes Azpilicueta, Anna Dasović, Em’kal Eyongakpa en Quinsy Gario. Na succes in het buitenland beleven ze met deze tentoonstelling allen hun museale solodebuut in Nederland.

Alle kunstenaars werken met verschillende vormen van storytelling. Ieder op hun eigen manier houden ze zich bezig met vergeten, onbelangrijk gemaakte of verzwegen geschiedenissen. De verhalen variëren van negentiende-eeuwse Argentijnse romans tot stemmen uit de rivieren van Kameroen en de opstand van 1969 op Curaçao, en van zeer persoonlijke getuigenissen tot vertrouwelijke staatsdocumenten. Wandtapijten, borduurwerken, handgemaakte poppen en geluidscomposities zijn te zien, horen en voelen. De tentoonstelling is een uitnodiging aan bezoekers om de verhalen in al hun verschijningsvormen te ervaren. Het is ook een viering van migratie, connecties en communities.

 

Ontvangst en registratie
10.30 uur

Ontvangst en registratie in museumcafé met koffie en thee.

Foto: Theodoor Adriaans

Keynote door Mariam El Maslouhi
11.00 uur

Bio: Mariam El Maslouhi is een Nederlandse-Marokkaanse en is beleidsmedewerker bij de Haagse Stadspartij, een linkse partij in Den Haag. Daarnaast is ze mede-oprichter en presentator van Dipsaus, een podcast door en voor vrouwen van kleur. Ze is een gepassioneerd platformbouwer en was voorheen schrijver.

Mariam ving haar gepassioneerde voordracht aan met anekdotes over het ontstaan van Dipsaus. Tijdens de pitch-trainingen van het stimuleringsfonds journalistiek stonden zij en haar twee collega’s tegenover een sceptische all white male jury, kregen ze te horen dat “ze toch wel een heel exclusieve doelgroep voor ogen hadden” en vroeg men zich af of ze niet veel budget kregen voor ‘maar’ een podcast. Het was dan ook duidelijk dat de jury van hen kon leren, eerder dan andersom.

En dat is ook het geval voor culturele instellingen. Het is nodig de deuren open te zetten voor mensen die (nog) niet vertegenwoordigd worden. Net zoals Dipsaus moet het museum kritisch voor zichzelf zijn én blijven. Het moet zich afvragen hoe divers het is. Wat zijn de beperkingen? Als je focust op het betrekken van mensen van kleur, welke anderen sluit je dan weer uit? Moet je als medewerker misschien zelf plaats maken voor iemand met een meer divers profiel?

We rise by lifting others.” Het is nodig om jezelf vervangbaar te maken, maar tegelijk moet je blijven bestaan. Of dat is toch hoe Dipsaus het ziet. Daarom ging Dipsaus op zoek naar drie andere vrouwen in Eindhoven die hun plaats konden innemen en nieuw licht op de zaak konden schijnen. Dipsaus leidt hen op, beschermt hen en doet er alles aan om hen hun stem te laten vinden – samengevat, hen te laten groeien. Het collectief moedigt auteurs aan om kritisch te zijn en hen onverbloemd hun onderdrukte trauma’s te leren verwoorden. Maar bescherming is daarbij nodig, want scherpe pennen krijgen meestal hevige kritiek te verwerken. Een belangrijk punt in de samenwerking is ook dat Dipsaus iedereen eerlijk vergoedt. Zo wil Dipsaus dat ook hun schrijvers onafhankelijk zijn, want creativiteit kan er pas komen nadat mensen ongebonden zijn, zich veilig voelen en over niets anders meer hoeven te piekeren.

Die (on)afhankelijkheid zorgt soms voor spanning. Zo kreeg Dipsaus al verschillende keren de vraag om samen te werken. Dat slaan ze meestal af, omdat de bedoelingen van partners niet loepzuiver zijn. Vaak willen instellingen een to do op hun bucketlist afvinken – een ‘label diversiteit’ verdienen, zeg maar. Het probleem is dat ze dan mensen van kleur niet vanuit intrinsiek waardevolle doelen betrekken, maar slechts om met rust gelaten te worden op Twitter. In zo’n gevallen kan je als changemaker weinig veranderen.

Als afsluiter sprak Mariam nog even over het citaat op de totebags die iedereen mee naar huis kreeg: “Diversity is being invited to the party, inclusion is being asked to dance.” Als inclusie écht een feestje zou zijn, dan is het het minst toffe feestje ooit – of toch voor de witte aanwezigen.

Deelnemer: Wat is jouw visie op kunst?
Mariam: Ik denk dat ik in totaal ooit naar drie musea ben geweest. Als ik me herken in de werking of het onderwerp van het museum of de expo, dan ga ik. Dat was zo bijvoorbeeld bij de Black History Month. Het is niet zo dat ik niet geïnteresseerd ben in kunst, maar vaak is het gewoon geen fijne ervaring of aangename ervaring voor een vrouw van kleur.

Deelnemer: Wat heb je nodig om je veilig te voelen?
Mariam: De sfeer die er hangt. Die wordt al duidelijk bij het binnenlopen. Het is niet zozeer iets voor mezelf, maar wel voor de maker. Wie is die maker en hoeveel ruimte heeft hij/zij gekregen? Mocht hij/zij écht doen wat hij/zij wou, of werd hij/zij misbruikt voor de doelen van het museum?

Deelnemer: Wilde je de raadsleden van de Haagse Stadspartij liever weg of wilde je samenwerken?
Mariam: Het is niet zo dat ik de witte mannen van boven de vijftig per se wou vervangen. Het was eerder zo dat die mannen de partij zelf wilden verjongen en verkleuren. Dat heeft tot logische gevolg dat ze zelf plaats moeten maken, maar dat hadden ze niet door voor ze mij aanstelden. Die realisatie is pijnlijk en gaat gepaard met moeilijke vragen.

Deelnemer: Wat is je toekomstwens?
Mariam: Ik wil pionieren en ruimte maken door en nieuwe, jonge generatie. Ik wil dat stemmen zoals Dipsaus groter en genormaliseerd worden, zodat er een aantal extra platforms door en voor ontstaan.

Deelnemer: Op welke aflevering van Dipsaus ben je het trotst?
Mariam: Dat moet toch wel de derde aflevering zijn, waarin we praatten over sekswerkers in plaats van met hen. De aflevering toont hoe we volledig de mist in gingen door onze eigen geïnternaliseerde ideeën uit te spreken. Die werden in reacties op de podcast dan ook volledig kapot gemaakt. We hebben alle kritiek echter gefaced en verwerkt in een volgende aflevering. Gelukkig stond sekswerker Hella Dee open voor een rechtzetting. Het hele proces was enorm leerrijk.

Mariam: Ik ben daarnaast ook trots op de aflevering met twee queer mannen van kleur. Die podcast ging over omarmen van jezelf.[4]

Deelnemer: Je had het daarnet over corrupte motieven van (culturele) instellingen. Hoe kan een instituut als het Van Abbemuseum meerstemmiger zijn?
Mariam: Er moet geld en wil naartoe gaan. Je moet ook risico’s durven nemen. Die risico’s kunnen inhouden dat je er na verloop van tijd achter komt dat je eigen positie/macht/limited resources niet in stand gehouden kunnen worden. Als je zwarte vrouwen aanneemt, is de kans bovendien groot dat ze lastige vragen gaan stellen. Je moet bereid zijn te luisteren en deze vragen te beantwoorden. Als je dat doet, kan Van Abbe een pioniersrol vervullen. Je zou, in navolging van Korzo Theater, daarnaast ook een gekleurd adviesbureau kunnen aannemen en conservatieve programmaties (en de conservatieve, witte, oude mannen die achter die knoppen zitten) kunnen stopzetten. In de plaats daarvan kan je low art uit de stadswijken programmeren. Dat houdt een risico in, want er zullen altijd groepen zijn die Bach achterstevoren willen horen. Maar je moet ervoor open staan dat je achterban zal/kan veranderen. Je zal mensen verliezen, maar je zal er ook winnen. Is dat iets dat je wil, of niet? Je mag, tot slot, je eigen doelen niet uit het oog verliezen, omdat er tien conservatieve witte mannen in het publiek zitten die het daar niet mee eens zijn.

Deelnemer: Hoe kan je de veiligheid van je (meerstemmige) auteurs waarborgen, hen bewust maken van zelfcensuur en hen beschermen?
Mariam: Dat is heel lastig. Zelf kregen we met die vraag te maken toen één van onze auteurs verklaarde dat ze niet meer met witte mensen over ras wilde spreken. Omdat ze overal beschuldigd werd van arrogantie, wou ze een reactie vanuit haar standpunt schrijven. Door alle emoties zou ze echter haar eigen ramen ingooien. Wij hebben als ervaringsdeskundigen dan ook “met alle liefde en zorg” aangeraden om er een nachtje over te slapen en hebben suggesties gedaan over de toon waarin ze schreef. Vaak is het probleem namelijk niet de boodschap, maar wel de toon waarop iets gezegd wordt. Uiteindelijk hebben we een volle week gediscussieerd over één kleine column. Op het einde hebben we ervoor gezorgd dat het nog steeds haar stuk was, maar dat ze ook nog buiten kon komen. Als ervaringsdeskundigen moet je je dus steeds realiseren dat harde kritiek je als zwarte vrouw niet in dank wordt afgenomen, ondanks dat het stuk écht goed en rauw geschreven is.

Deelnemer: Hoe kan je mensen raken en ervoor zorgen dat zij jouw pad inslaan?
Mariam: Alles start met het checken van je eigen motieven. Waarom wil je iets? Je moet daarnaast ook veiligheid aanbieden. Creativiteit komt namelijk pas als je niet meer angstig bent. Onbedoeld zal je op die manier deuren wagenwijd openen. Je moet verder ook je (manier van) vragen in vraag stellen. “Ja maar” is eigenlijk nee. Een oordeel of statement is geen vraag.

 

Lunch
12.30 uur

Lunch in het museumcafé en mogelijkheid om het museum te bezoeken.

13.15 – 14.45: Ronde 1 workshops

Foto: Theodoor Adriaans

Workshop ‘coöperatief denken’ door Wouter Colpaert

Het coöperatieve denken is een door Wouter ontwikkelde methode om de wijsheid van de groep en individuele belevingswerelden van leerlingen bespreekbaar te maken. Voorgevormde meningen veranderen in een bron van inspiratie. Deze workshop voert een coöperatief gesprek, waardoor je leert hoe je een betere luisteraar, denker en spreker wordt. Het draait om meerstemmigheid en denkwerelden, niet om het eigen gelijk. Het resultaat is altijd een eye-opener, en als je werkelijk hebt geluisterd, naar jezelf en de ander, dan ben je veranderd.

Bio: Wouter Colpaert is docent filosofie en levensbeschouwing in het voortgezet onderwijs en organiseert jaarlijks met het Van Abbemuseum het Van Abbedebat, een scholierenwedstrijd in coöperatief denken over kunst, politiek, ethiek en allerlei maatschappelijke kwesties.

Wouter kwam tot het besef dat schooldebatten meer over strategisch inzicht en het verslaan van de andere kant gaan, dan over samen met elkaar nadenken en de kwetsbaarheid ontwikkelen die daarvoor nodig is. Er is een gepolariseerde cultuur in de samenleving die je ook terugziet in het klaslokaal. Dit merk je aan de toon van spreken. Die is defensief en offensief, maar niet verbindend. Het doel van coöperatieve gesprekken is verbinden: iedereen is gelijk en je wordt gestimuleerd jezelf te bevragen.

Een coöperatief gesprek lost niets op, maar het geeft wel toegang tot de vragen die je aangaat, en is een vertrekpunt van het proces waar je in kunt gaan. Coöperatieve gesprekken zijn dan ook niet oplossingsgericht. Het gaat erom dat je een vraag moet stellen die je beter naar het probleem laat kijken.

Oefening: We beginnen met een startvraag: wanneer kun je zeggen dat je een ander kent?

De oefening bestaat uit: eerst antwoord geven op een vraag en dan een nieuwe vraag stellen op basis hiervan aan de volgende persoon in de groep. De vragen mogen niet oplossingsgericht, te breed en persoonlijk zijn. Nadat iedereen heeft gesproken, reflecteren we op het gesprek door punten van hoop en vrees uit te spreken die naar aanleiding van het gesprek bij jou naar boven komen.

De tweede oefening werkte met silent witnesses. Een kleinere groep oefende de methodiek, terwijl de rest van de groep meeluisterde en nadien de hopen en vrezen duiden.

Deze tactiek is goed voor maximaal 8 personen, omdat het anders te lang duurt en daardoor mensen meer eerst in hun eigen hoofd gaan zitten en dingen gaan voorbereiden, in plaats van dat ze spontaan reageren. Je kunt het ook met twee personen doen.

Wouter heeft zichzelf aangeleerd om zichzelf vragen te stellen over zijn reactie. De vraagreflex is heel belangrijk om een coöperatief gesprek te kunnen voeren, omdat je dan een polariserende reactie en een reactie uit een vaststaand oordeel voorkomt.

Deelnemers hadden nog enkele reacties en vragen:

Deelnemer: Het is mooi dat je dieper in het probleem zakt naarmate je jezelf meer vragen stelt. Normaal kom je er nooit aan toe dat je jezelf hardop vragen kunt stellen. Dat is mooi dat dat in deze vorm wel kan.
Reactie: Het is ook mooi om dit te doen wanneer er anderen bij zijn en je die vragen hardop te stellen.

Deelnemer: Ik heb een vraag over de praktische toepassing. Hoe werkt dit met mensen die niet dezelfde mening of positie hebben?Wouter: De manier van praten verzacht het gesprek. Een goede onderzoeksvraag en de hoop en vrees zijn het spanningsveld waarin jij als persoon staat.

Deelnemer: Het is mooi dat het niet oplossingsgericht, maar net heel open is.
Reactie: Wat ook belangrijk is, is dat iedereen zich kwetsbaar opstelt. Dat maakt het mooi en interessant. Het is een proces waar iedereen door gaat.

Deelnemer: Silent witnesses die meeluisteren en het gesprek achteraf kunnen duiden, zodat je het beter naar binnen kan keren, kunnen ook interessant zijn.
Reactie van silent witness: Voor mij was het een luisteroefening. Het was wel lastig om je eigen bijdragen naar achter te duwen.
Reactie: Het helpt om jezelf te trainen niet meteen te reageren op dingen, maar eerst te luisteren en na te denken over wat er wordt gezegd.

Deelnemer: Je kan het toepassen in een rondleiding, wanneer je elkaar vragen laat stellen.

Deelnemer: Jezelf hardop vragen stellen helpt ook om een veilige omgeving te creëren en een brug te bouwen.

Deelnemer: Het is mooi als je dit in vergaderingen kan toepassen en je jezelf hardop vragen kan stellen over je reacties op zaken.

Aan het einde van de workshop deelde Wouter kleine speelgoed tollen uit. Iedereen mocht een eigen tol uitkiezen, terwijl hij refereren aan het verhaal van Franz Kafka. De filosoof geloofde namelijk dat inzicht in iets kleins als een draaiende tol hem het geheel van de dingen kon doen doorgronden. Omdat hij de werkelijkheid als geheel nooit zou kunnen overzien, richtte hij zich op een enkel voorwerp. Zo zou hij het wezen van het geheel toch kunnen bevatten. Blijf nieuwsgierig om zaken te onderzoeken en te bevragen, maar echt te pakken krijgen zal je het nooit.

Foto: Theodoor Adriaans

Workshop ‘Verhalenhuis Belvédère’ door Linda Malherbe & Fenmei Hu

Deze workshop gaat in op de methodes die Verhalenhuis Belvédère gebruikt om betekenisvolle ontmoetingen te creëren en hoe die verhalen bewaard en ontsloten worden. Je krijgt een sneak peek in de nieuwe verhalen-luistervoorstelling. Fenmei Hu geeft ook een mini-workshop in de vorm van haar “Chinees Cultuurcafé”. Zij vertelt haar persoonlijk verhaal en gaat speciaal in op Chinezen en hun beleving van kunst en musea.

Bio: Linda Malherbe is de initiatiefnemer en curator van Verhalenhuis Belvédère, Rotterdam, het eerste huis voor immaterieel erfgoed in Nederland.

Bio: Fenmei Hu is beeldend kunstenaar, cultureel ondernemer en werkt als ontwikkelaar/curator Chinese Community van het Verhalenhuis.

Verhalenhuis Belvédère is het eerste Nederlandse verhalenhuis. Het werd in 2008 opgericht en focust zich vooral op Rotterdammers. Het verhalenhuis in de Rechthuislaan wordt als uitvalsbasis gebruikt voor de werking die meer in de stad plaatsvindt.

Belvédère startte in Rotterdam Zuid, dat tien jaar geleden gezien werd als het “afvalputje van Nederland”. Men vroeg om een participatieproject, dat verder keek dan de gebruikelijke woonhuiscentra. Belvédère kijkt daarom naar de rijkdom van mensen en vraagt hen wat ze delen met elkaar. Het start door zelf naar de gemeenschappen te gaan en groepsfoto’s van hen te nemen. Die worden, voorzien van alle namen van de groepsleden, vereeuwigd in het stadsarchief en uitvergroot opgehangen in het verhalenhuis. Na het project krijgen de groepen hun foto mee naar huis, iets wat altijd op enorm veel enthousiasme kan rekenen. De groepsfoto’s zijn uitgegroeid tot de vaste werking van het verhalenhuis, waarmee ze veel nieuwe mensen leren kennen. Vandaag zijn er ook veel mensen die het verhalenhuis zélf contacteren. Mensen zijn vaak heel enthousiast om mee te werken aan de producties.

De eerste expo die Belvédère realiseerde, was een groepsfoto-wandelboulevard op de Maashavenkade. Verwacht werd dat de foto-boulevard na een twee- tot drietal weken vernield zou worden, maar uiteindelijk heeft deze er anderhalf jaar gestaan. Omdat de boulevard buiten stond, was ze door iedereen gratis, en op eender welk moment, te bezichtigen. Het feit dat zelfs de koningin de expo bezocht, vormde een grote vorm van erkenning voor de gemeenschappen.

Gastvrijheid via eten is één van de speerpunten van Verhalenhuis Belvédère. Wat startte als een initiatief van één dag per week, groeide uit tot een dagelijkse volkskeuken. Daar kunnen Rotterdammers koken en verhalen vertellen. Belvédère kan na zes jaar rekenen op meer dan 180 vrijwilligers die als gastvrouw/man, klusser of kok aan de slag zijn. Soms zijn het startende ondernemers, soms zijn het mensen met een rugzakje. Vaak zijn de vrijwilligers vrouwen, die via het Verhalenhuis met andere werelden in contact komen.

De verhalen die verteld worden zijn vaak heel ‘gewoon’. Meestal zijn het mensen die niet gewoon zijn om hun verhaal te vertellen en van zichzelf denken dat ze niets te vertellen hebben. Het verhalenhuis helpt hen om hun verhaal zichtbaar te maken via interviewtechnieken, foto’s die in mensen hun huis genomen worden en ‘onzichtbaar regisseren’. Die laatste techniek gaat ervan uit dat iedereen een verhaal kan vertellen. Elke avond krijgt iemand anders de hoofdrol, wat tot gevolg heeft dat het verhalenhuis iedere avond andere mensen met een andere achterban ontmoet.

Belvédère bouwde ook een gastenverblijf in de zolder van het verhalenhuis. Het vluchtelingendiscours gaat steeds over problemen en verdriet, terwijl het gastenverblijf focust op muziek en hoop. Belvédère wil via het gastenverblijf de uitwisseling van erfgoed tussen Nederland en andere culturen stimuleren. Zo was de eerste gast was een Syrische schrijver, die – zonder dat het verhalenhuis dit wist – best bekend was. Omdat de man geen Nederlands of Engels sprak, verliep de communicatie moeizaam. Belvédère wist dan ook niet wat er uit het project ging voortkomen. Uiteindelijk organiseerde hij een succesvol podiumprogramma, waar een 150-tal Syrische Rotterdammers op afkwamen. Sindsdien is Verhalenhuis Belvédère uitgegroeid tot een parel van de Syrische gemeenschap in Rotterdam.

Verschillende deelnemers hadden vragen bij de werking van Verhalenhuis Belvédère:

Deelnemer: Is de functie van Belvédère sterk veranderd doorheen het tienjarige bestaan?
Linda: Nee, de functie verandert niet. Belvédère wou altijd mensen emanciperen, het is slechts de manier waarop die verandert. Een groot deel van de werking is experimenteel, je leert veel ter plekke (bv. volkskeuken, publieke feesten, …)

Deelnemer: Gaat Belvédère met originele kunstwerken naar nieuwe locaties?
Linda: Nee, we gaan met een zacht aangekleed verhalenkeetje (een busje met kleine, maar professionele opnamestudio) op vraag van organisaties naar mensen toe. Mensen vergeten vaak dat er een microfoon in staat. Je stelt gewoon vragen, er is geen ‘inloopverhaal’. Je start én eindigt samen, en bespreekt daarna wat je van het verhaal maakt. Mensen zeggen ook nooit “ik heb een verhaal”. Iedereen zegt net dat ze niets te vertellen hebben. Maar uiteindelijk krijg je toch mooie gesprekken.

Deelnemer: Hoe luister je? Want luisteren is toch een vak. Hoe ga je daarmee om?
Linda: Medewerkers worden deels geselecteerd op hun luistervaardigheden en hebben ook een doel. Via kleine details in het gesprek kan je vaak mooie verbindingen leggen. Luisteren kan je ook leren: we bieden trainingen in luisteren, empathie, inlevingsvermogen en het stellen van vragen aan. Onze verteltrainingen starten ook altijd met luisteren.

Deelnemer: Regisseren jullie?
Linda: Ja, heel veel, want je weet aan het begin van het gesprek niet waar je zal eindigen. Maar we knippen en plakken het verhaal uiteraard niet zo dat mensen zichzelf niet meer herkennen. We maken onze voorstellingen voor de mensen zelf, niet voor een publiek. De mensen die de verhalen vertellen, moeten er vooral zelf gelukkig mee zijn. Onze monteer-opleiding kregen we zelf van een professionele radio. Kwaliteit is dan ook het belangrijkst. In de toekomst willen we binnen de gemeenschap zelf naar vragenstellers op zoek gaan.

Deelnemer: Hoe vinden jullie gemeenschappen?
Linda: Je moet echt de straat op gaan, mensen aanspreken, vragen wat er achter deuren zit, blijven eten en drinken – zelfs als je het niet lust en altijd terugkeren. Het is een heel intensieve werking, maar ze loont. Tegenwoordig vinden mensen het verhalenhuis zelf.

Deelnemer: Hoe gaat een museum dat voornamelijk werkt rond het visuele (bezoekers komen om schilderijen, foto’s, objecten te zien) om met de verhalen en context die jullie maken?
Linda: Niet. Het is heel moeilijk om de context bij expo’s en verhalen te bewaren en toegankelijk te maken. Het verhalenhuis archiveert alle verhalen, net zoals het stadsarchief, maar dat is heel tijdsintensief. In de toekomst willen we op zoek naar andere manieren om de verhalen te archiveren.

Deelnemer: Maken jullie ook kwetsende verhalen die bv. ronduit racistisch zijn?
Linda: We zullen nooit opzettelijk mensen kwetsen, maar sommige verhalen zijn erg schurend en die zullen we ook zo monteren. Als mensen ronduit racistische zaken vertellen, zullen we de ergste fragmenten verwijderen, maar zullen we het verhaal zo monteren dat het duidelijk is dat deze persoon een andere mening heeft. We gaan ook altijd in gesprek met onze vertellers.

Door de vele vragen had Fenmei minder tijd dan verwacht om haar verhaal te vertellen. Ze vertelde kort over zichzelf: hoe ze eerst opgroeide bij haar oma in China en van haar de liefde voor lekker eten mee kreeg. Daarna kwam ze naar Nederland en groeide ze op in een typisch Chinees afhaalrestaurant. Vroeger wilde ze daar nooit over praten, nu steeds meer. Daarom werkt ze samen met Verhalenhuis Belvédère aan verhalen over en met de Chinese gemeenschap. Ze ontwikkelde naar aanleiding van het Chinese Nieuwjaar samen met Verhalenhuis Belvédère en RotterTram Peking Express: een unieke tramrit door Rotterdam, van 2,5 uur met een authentiek Chinees achtgangendiner en bijzondere verhalen.[3] Tijdens de workshop krijgen alle deelnemers een koptelefoon op. Te horen zijn fragmenten uit het verhaal.

Deelnemer: Geven jullie altijd context bij de verhalen?
Linda: Ja, we werken veel met foto’s en soms ook met schilderijen en andere objecten.

Deelnemer: Zie je je eten als kunst?
Fenmei: Nee, dat staat apart van elkaar, maar ik wil wel zowel met mijn kunst als met mijn eten verhalen vertellen. Ik wil betekenis geven, dat is ook de reden waarom ik heb gekozen voor een kunstopleiding, ondanks dat dat heel ongewoon is in de Chinese gemeenschap. Dat botste echt met de ideeën van mijn ouders; je moet eigenlijk een statusstudie kiezen of trouwen en je eigen afhaalrestaurant beginnen.

Deelnemer: Hoe betrek je de Chinese gemeenschap in musea?
Fenmei: Het is enorm lastig om Chinezen naar musea te krijgen. Zeker voor oude mensen moet je geen moeite doen, want die generatie kent dat niet. Voor jongeren moet je net enorm veel moeite doen. Alles moet in orde zijn: het openbaar vervoer, restaurant, ticketprijzen, … De meesten (generatie die nu 30-40 jaar oud is) zijn hier opgegroeid, dus je hoeft geen ‘Chinese’ expo te organiseren. Het moet wel ‘makkelijk’ zijn om er te geraken. De faciliteiten moeten in orde zijn als je hen wil bereiken.

Foto: Theodoor Adriaans

Workshop ‘meerstemmigheid’ door Leana Boven

Deze workshop onderzoekt op interactieve en creatieve wijze hoe meerstemmigheid beter kan in de praktijk. Hoe kan de cultuursector verantwoord omgaan met cultureel diverse groepen en hoe kunnen kunstinstellingen duurzame relaties aangaan met cultureel diverse doelgroepen? Hoe kunnen gevestigde kunstinstellingen geprikkeld worden om aan de slag te gaan met verjonging en diversiteit? Of wat zijn andere manieren om meerstemmigheid te verwelkomen?

Bio: Leana Boven beschrijft zichzelf als cultureel programmamaker, onderzoeker, en activist. In Leana’s werk staan feministische, queer, post- en dekoloniale concepten en inzichten centraal.

Leana gaf dezelfde workshop in de namiddag. Het verslag daarvan staat bij de beschrijving van de tweede workshopronde.

15.00 – 16.30: Ronde 2 workshops

Foto: Theodoor Adriaans

Workshop ‘For One and For All’ door Kavitha Varathan (eng)

Community is organic. It is directly shaped by individuals who support a cause or purpose. However, you often notice while building or managing a community, the bottom-up effort suffers resistance from top-down influences or vice versa. At a micro-level, community is about the individual who subscribes to a larger vision. She is constantly renegotiating her relationship with the macro-movement against her personal values and beliefs. However, the macro-level dynamics often is in pursuit of a clarity of purpose that needs generalization which makes it less about the individual. This workshop invites the audience to consider the macro and micro scale of community building and competencies necessary to engage them simultaneously.

Bio: Kavitha Varathan richtte Expat Spouses Initiative op als een grass-root organisatie om ander internationaal te ondersteunen. ESI focust op het creëren van bewustzijn, het aangaan van lokale partnerschappen en het aanmoedigen van acties die impact hebben.

Kavitha opende deze Engelstalige sessie met een uitgebreide introductie van de levenservaring die leidde tot haar mede-oprichting van het Expat Spouses Initiative, een professioneel netwerk van 1800+ echtgenoten. Deze biografische inleiding onderstreepte het belang van een persoonlijke motivatie voor het opzetten van een gemeenschap zoals ESI. Het initiatief kwam voort uit de unieke omstandigheden van Kavitha en haar peers na de financiële crisis die hun ervaring als expats in Nederland zou veranderen.

De groep werd uitgenodigd om hun eigen omstandigheden en belangen te overwegen en zich een gemeenschap voor te stellen die zij op basis van deze behoeften zouden vestigen.

Deelnemer: Ik zou een community vormen tegen plastics. We zouden gezamenlijk ervoor zorgen dat er minder plastic wordt gebruikt en plastic afval opruimen, bijvoorbeeld te fiets.

Deelnemer: Ik zou een community oprichten voor dromers, mensen die hun leven liever toewijden aan het leren over liefde, poëzie en vergiffenis dan het bedrijfsleven.

Deelnemer: Mijn community zou het intergenerationele leren vooropstellen: jonge activisten zouden in contact komen met generaties activisten voor hun, de kennisuitwisseling is voor beide groepen van belang.

Deelnemer: Mijn community zou een brug bouwen tussen Europa en Afrika om muzikanten uit Afrika een internationaal platform te bieden; de community zou zich wijden aan het gezamenlijk oplossen van problemen zoals de discriminatie tegen mensen die buiten Afrika willen reizen.

Deelnemer: Ik zou een community oprichten voor jonge creatieve professionals van kleur en ze ook verbinden aan degenen die voor hun kwamen, dus ook met het oog op intergenerationele uitwisseling: we don’t have to reinvent the wheel.

Kavitha nodigde de deelnemers uit om door middel van stemmen te besluiten bij welke gemeenschap zij zich het liefst zouden willen aansluiten. Drie communities kregen hetzelfde aantal stemmen, waarna de “leider” van een gemeenschap voorstelde om de groepen te combineren maar de ander ervoor koos om geen compromis te sluiten. Dit liet volgens Kavitha gelijk in de praktijk zien wat voor overwegingen een community leader navigeert: de belangen van de buitenwereld, van de mensen in de groep en de principes van de groep werden door verschillende deelnemers heel anders geprioriteerd.

Foto: Theodoor Adriaans

Workshop ‘meerstemmigheid’ door Guinevere Ras

Meerstemmigheid is een cruciaal onderdeel in het relevant maken van museale collecties. Door ongehoorde verhalen te ontsluiten in een museum vergroot je de mogelijkheid voor bezoekers om hun eigen persoonlijke verhalen te verbinden aan de collectie. De collectie en het museum krijgen hiermee relevantie en bestaansrecht. Met deze workshop leer je door middel van theorie, praktijkvoorbeelden, interactie en do’s and don’ts hoe meerstemmigheid geïmplementeerd kan worden in musea.

Bio: Guinevere Ras is junior curator bij het Nederlands Fotomuseum en deelt als freelancer haar visie en kennis over meerstemmigheid met de culturele sector. Eerder maakte zij tentoonstellingen voor Museum Arnhem, Museum Volkenkunde en het Afrika Museum. Naast het werken aan tentoonstellingen, het geven van workshops, presentaties en advies, publiceerde Guinevere na haar afstuderen een handreiking voor museumprofessionals die aan de slag willen met meerstemmigheid.

Guinevere startte haar workshop met een visualisatieoefening. Een koppel gaat in de supermarkt boodschappen doen. Ze lopen hand in hand door de fruitafdeling, leggen groente in hun mandje. De kassamedewerker lacht vriendelijk. Hoe zag het koppel eruit? Welke groente kozen ze? Hoe zag de kassamedewerker eruit? Het is een simpele oefening die toont welke vooroordelen we onbewust hebben, maar misschien niet durven of willen delen.

Unconscious bias trainingen maken je je bewust van je eigen vooroordelen. Er zijn verschillende soorten unconscious bias. Je moet je ervan bewust zijn dat je steeds in een bubbel leeft. Voor je belangrijke beslissingen neemt, neem je best even de tijd om een stap achteruit te zetten en je af te vragen waarom je iets doet.

  • Like me bias
    • Mensen omringen zich graag met mensen die op hunzelf lijken. Dat geeft een gevoel van veiligheid in het samenwerken en aangaan van gesprekken, want je denkt, praat en gedraagt je op een gelijkaardige manier. Dat is niet per se racistisch, het is nu eenmaal de manier waarop onze hersenen geprogrammeerd zijn om de ‘vijand’ te herkennen. Andere mensen schrikken onbewust af. Het gevaar dreigt dat dit meespeelt in sollicitatieprocessen.
  • Confirmation bias
    • Confirmation bias, in het Nederlands voorkeur voor bevestiging genoemd, verwijst naar de neiging van mensen om meer aandacht en waarde te hechten aan informatie die de eigen ideeën of hypotheses bevestigt. Tegelijkertijd is er de neiging om minder aandacht te besteden aan informatie die eigen ideeën tegenspreekt.
  • Anker bias
    • De anker bias verwijst naar de neiging van mensen om zich sterk te focussen op één verwezenlijking van zichzelf of iemand anders, waardoor ze het hele plaatje niet meer zien.

Deelnemer: In je publicatie spreek je van emotienetwerken. Wat is dat?
Guinevere: Emotienetwerken gaat over het inzichtelijk maken van betekenisgeving aan en bewustwording van de manieren waarop mensen (bv. stakeholders) denken over erfgoed. Dat is vaak heel persoonlijk: je neemt je eigen perspectief mee in verhalen, maar hoe duid je dat? Het mooie aan emotienetwerken is dat emoties kunnen veranderen. Bijvoorbeeld: Aanvankelijk vind je een bepaalde vaas lelijk, maar nadat je het verhaal hoort over de overleden oma van wie die vaas ooit was, kijk je anders naar de vaas en vind je ze toch mooi.

Associatieoefening: Wat is ‘meerstemmigheid’?

  • Verschillende perspectieven belichten
  • Faciliteren van verschillende stemmen
  • Ruimte bieden
  • In de breedte zoeken: uit je eigen comfortzone treden
  • Bewustwording van structuren

Reactie: Eigenlijk heb je als organisatie nood aan een nieuwe term.
Reactie: Meestal ligt de focus op het uiterlijk, terwijl het innerlijke ook meespeelt. Meerstemmigheid gaat erom dat het waardevol is dat je andere meningen hebt. Het gaat over ervaringen en wat je voelt, iets wat niet altijd aan de buitenkant te zien is. Ik vind meerstemmigheid dus eigenlijk een heel goed en helder woord. Het enige nadeel is dat het wordt misbruikt.

Daarna voorzag Guinevere een groepsdiscussie en moment voor praktijkvragen i.v.m. meerstemmigheid in musea. Er werd gepolst naar zaken waar deelnemers tegenaan liepen:

Deelnemer: Rondleidingen. Wat heb je nodig om meerstemmigheid daarin te implementeren?
Reactie: Verschillende zaken. Alles start met volledig vertrouwen en samenwerking van het managementteam. Het is moeilijk als je wel meerstemmig wil worden, maar geen extra budget voorziet om personeel aan te nemen. Je moet ook open staan voor veranderingen. Dat geldt niet enkel voor rondleidingen.

Deelnemer: Kunst zelf. Hoe maak je die meerstemmig?
Reactie: Het gevaar is dat, als meerstemmigheid de norm wordt, je in een kramp schiet. Je moet steeds vertrekken vanuit het kunstwerk zelf (Art Based Learning). Als je dat doet, ben je bezig met waar het om draait.
Reactie: Maar geeft dat antwoord op wat je nodig hebt?
Reactie: Ja, je hebt het kunstwerk nodig in het proces naar meerstemmigheid. En welk kunstwerk en met wie hangt af van de groep.

Deelnemer: Meerstemmigheid wordt vaak misbruikt. Op hoog niveau is iedereen het erover eens dat het belangrijk is, maar men is het niet eens over de precieze betekenis.
Reactie: Inderdaad, iedereen geeft er zijn eigen betekenis aan, een totale visie of akkoord in het bestuur mist vaak.
Reactie: Hoe zorgt je dan voor meerstemmige inbedding in je organisatie?
Reactie: Discussies over de precieze betekenis en daadwerkelijke uitvoering zijn vaak moeizaam.

Deelnemer: Er is geen visie, mensen kennen sociologische termen niet.
Reactie: Op zich geeft dat wel alle vrijheid, maar eigenlijk is dat vreemd omdat het werkveld (museum) zo groot is. De structuren binnen organisaties moeten opengelegd worden. Op veel plaatsen ontbreken unconscious bias trainingen.
Reactie: Wat zijn de implicaties hiervan? Hoe breng je dat in de praktijk? Je bewust zijn van je gedrag en ideeën en dat dan ook nog veranderen is heel moeilijk.
Reactie: Het realiseren is de eerste stap, daarna volgt het gedrag.

Deelnemer: Wat we nu aan het doen zijn, is exact waar we in de praktijk steeds tegenaan botsen. Je kan tot in de eeuwigheid praten. Algemeen gezien is iedereen het eens over het belang van meerstemmigheid. Tot er een concrete uitwerking komt, dan worden ideeën snel van de tafel geveegd.

Deelnemer: Meerstemmigheid in het personeelsbeleid. Vaak zit je in een werkgroep, maar dan blijkt die werkgroep zelf niet meerstemmig te zijn.
Reactie: Wie is daarvoor verantwoordelijk?
Reactie: Persoonlijk vind ik dat iedereen verantwoordelijk is om zelf de stap te zetten. Ik merk echter ook dat die verantwoordelijkheid voor verandering vaak bij de directie komt te liggen. Dan kan je lang wachten, en als er maatregelen komen, zijn ze vaak niet scherp genoeg.
Reactie: Dus hoe maak je veranderingen?
Reactie: Veranderingen zwart op wit op papier zetten.
Reactie: Iedereen worstelt hiermee, ook een instelling zoals Museum X. Ook daar konden bepaalde zaken niet gerealiseerd worden omdat sommige mensen al twintig jaar op een bepaalde manier werkten. Vaak zijn organisaties niet zo perfect als ze zelf geloven. Zelfs als je als museum enorm je best doet en je alles uitwerkt, hoef je maar één medewerker te hebben die niet meewerkt en je staat terug bij af.
Reactie: Subsidies zijn problematisch. Veel organisaties willen meerstemmig worden om subsidies te krijgen, niet zozeer om de meerstemmigheid zelf.

Deelnemer: Het is een enorm ingewikkeld en lang proces.
Reactie: Inderdaad, bezoekers lopen vaak weg en komen niet meer terug, zonder dat ze weten waarom iets niet lekker voelt. Ze hebben niet altijd hun verhaal klaar, dus je weet ook niet altijd precies wat je mis doet.
Reactie: Dat trage proces irriteert. Natuurlijk gebeurt er niets als je blijft lanterfanten over de definitie van meerstemmigheid i.p.v. effectief veranderingen door te voeren. Neem vijf nieuwe personeelsleden i.p.v. één aan!
Reactie: Zoek inderdaad het conflict op sla de plank maar mis. Begin en zie waar je uitkomt; van falen leer je ook.
Reactie: Een strategie is om het gewoon te doen. Je kan beter kritiek van bovenaf krijgen dan iets nooit te doen. Vaak laat men het resultaat uiteindelijk toch staan.
Reactie: Wat wij vaak doen is het gewoon een pilot noemen en dan zit het wel oké. Je hebt weinig tot geen budget nodig om te tonen wat je wil en als iedereen ziet wat je bedoelt, krijg je daarna toch nog budget.

Deelnemer: Heb je een tip om intern draagvlak te vinden voor meerstemmigheid?
Reactie: Je moet een manier vinden waarop de directeur trainingen verplicht maakt. Maar dan is er weer die confirmation bias: je kan medewerkers naar lezingen en trainingen sturen, maar als ze niet geïnteresseerd zijn, zullen ze niets opsteken.
Reactie: Wat in onze organisatie werkte, was de Walk of Privilege. Die maakt inzichtelijk wat de status quo van een team is en toont dat diversiteit vaak onbewust toch al aanwezig is. Dat persoonlijk perspectief is waardevol.

In het laatste deel van de workshop volgde een discussie aan de hand van foto’s uit expo’s waaraan Guinevere had meegewerkt.

  • Balans tussen tijdelijke interventies en duurzame verandering
  • Reflectie over het faciliteren van zaken zonder woorden te gebruiken
    • Foto: slavenketenen tussen zilveren eetgerei
    • Foto: niet gerepresenteerde Amsterdammers fotograferen in historische setting
  • Wisselvitrine: presentatieruimte voor persoonlijke collecties
    • Mensen voelen zich deel van het museum doordat ze objecten vanop hun eigen zolder kunnen aandragen
Foto: Theodoor Adriaans

Workshop ‘meerstemmigheid’ door Leana Boven

Deze workshop onderzoekt op interactieve en creatieve wijze hoe meerstemmigheid beter kan in de praktijk. Hoe kan de cultuursector verantwoord omgaan met cultureel diverse groepen en hoe kunnen kunstinstellingen duurzame relaties aangaan met cultureel diverse doelgroepen? Hoe kunnen gevestigde kunstinstellingen geprikkeld worden om aan de slag te gaan met verjonging en diversiteit? Of wat zijn andere manieren om meerstemmigheid te verwelkomen?

Bio: Leana Boven beschrijft zichzelf als cultureel programmamaker, onderzoeker, en activist. In Leana’s werk staan feministische, queer, post- en dekoloniale concepten en inzichten centraal.

Introductie-oefening:
Ga met een andere persoon in gesprek en introduceer elkaar daarna.

Definitie meerstemmigheid:
Meerstemmigheid houdt het bevragen, vervangen en aanvullen van dominante (Eurocentrische) perspectieven in.

Leana: Moet het DNA van het museum veranderen? → reactie: ja.
Reactie: Je kan geen programma’s maken over mensen. Deze mensen moeten altijd onderdeel uitmaken van de projectgroepen.
Reactie: Het is belangrijk om het personeelsbestand te veranderen.

Leana: Dekolonisatie: Bestaande machtsstructuren en denkkaders moeten opengebroken worden om plaats te maken voor andere, aanvullende perspectieven en verhalen. Er moet veel unlearning plaatsvinden.

De TEDx Talk van Hannah Mason-Macklin vormt het uitgangspunt van de workshop. Daarin vertrekt spreekt ze over machtsstructuren a.h.v. een scene in Black Panther waarin personage Killmonger een Afrikaans artefact steelt.
Ten eerste is er het machtsspel van kennis en de notie van de ‘expert’. Uit een gesprek tussen Killmonger en de curator, blijkt dat Killmonger, door zijn ‘familiekennis’ veel meer weet over een Wakanda-object dan de curator. De combinatie van traditionele gewaardeerde kennis via PhD’s in African Studies en kennis die van generatie op generatie doorgegeven wordt, is enorm waardevol. Traditioneel gezien waarderen musea academische kennis echter meer. Dat resulteert in een eenzijdige blik op de rijke geschiedenis van museumobjecten die meestal niet in het voordeel is van het ruimere publiek. De tweede machtsstructuur gaat over ruimte: Killmonger voelt zich oncomfortabel van zodra hij de (museum)ruimte binnenwandelt. Dat gevoel van bekeken te worden en niet welkom te zijn, ervaren veel gekleurde museumbezoekers. De curator daarentegen, voelt zich zeer comfortabel.
De scene illustreert de koloniale fundamenten van musea. Musea ontstonden als verzamelplaatsen van koloniaal machtsvertoon en diefstal. Ze zijn bedoeld om rijkdom, macht en status te etaleren. Ondanks dat ze al sterk geëvolueerd zijn, moet er nog een hele weg afgelegd worden, want vandaag devalueren museale verhalen en geschiedenissen nog te veel niet-Westerse culturen. Dat gebeurt o.a. door niet-Westerse artefacten te willen kaderen in Westerse kunststromingen, bijvoorbeeld als primitieve inspiratie voor gevierde, meestal witte mannelijke, kunstenaars.
Hoe Mason-Macklin dit probeerde te vermijden, was via Museum in Progress. Dat is een tool om de verborgen praktijken en complexiteit van musea te tonen. Tevens benadrukt deze hoe het museum aan deze problemen werkt. Museum in Progress maakt plaats voor diverse soorten perspectieven en faciliteert zo sociale heling.

Visualisatie-oefening: Wat is jouw visie op het museum van 2050?
• Participatie
>Het ontmantelen van de scheiding tussen maker en kijker
• Relevantie
>Doel: connecteren, dienen, ontmantelen
• Nurture
>Duurzaamheid en inzet
• Horizontaliteit
>Begeleiding en reëvaluatie
• Multifunctionaliteit
>Een multifunctionele plaats waar niet enkel stukken hangen, maar waar ook een theater en ruimte voor muziek en debat is. Een plaats waar het leuk is om te verblijven, waar je samen met het publiek programma’s maakt.
• Gratis
• Open voor nieuwe verhalen
>Dat je zelf als bezoeker in het museum een eigen tentoonstelling met werken uit het depot kan maken. Zelf kunnen bepalen wat je kan zien en welke verhalen je wil horen.
• Contextualisering
>Museum of Male Art: contextualiseren wat je als museum toont. Dat je bijvoorbeeld niet de kunst toont, maar kunst van mannelijke kunstenaars uit een specifieke periode.

Leana sluit af met een verwijzing naar Words Matter van Wayne Modest, Head of Research Center of Material Culture en professor Material Culture and Critical Heritage Studies aan Vrije Universiteit Amsterdam. Daarin spreekt Modest over het dekoloniseren van musea. Als we musea willen dekoloniseren, moeten we de manier waarop we denken en spreken over elkaar veranderen. Dat is soms oncomfortabel. Daarnaast spreekt hij ook over “being included”. Wie betrekt wie en onder welke condities? Als instellingen structureel wit en mannelijk zijn, worden gendered and racialized bodies gezien als “de ander” die de instelling probeert te betrekken.

16.30 – avond: Avondprogramma

Foto: Theo Adriaans

Lancering Queer gebaren glossary
16.35-17.30 uur

Lancering queer gebaren glossary in het auditorium met een inleiding door constituent curator Olle Lundin en presentatie door Richard Cokart (Nederlands Gebarencentrum) en Ellen Nauta via de museumrobot (Het Instituut Gebaren, Taal & Dovenstudies, Hogeschool Utrecht).

De queer gebaren glossary is een verzameling termen m.b.t. identiteit, emancipatie en politiek. Door de relevante terminologie te introduceren en toegankelijk te maken voor een groter publiek, geeft het zichtbaarheid aan de queer-dovengemeenschappen.

Het Nederlands Gebarencentrum (NGC) is een Queer Gebarenatelier gestart met mensen uit de queer-dovengemeenschappen. Samen hebben ze specifieke termen gekozen, ontwikkeld en gedocumenteerd. Deze termen beschrijven ervaringen, identiteiten en subgroepen binnen de queer gemeenschappen en machtsverhoudingen. Het Instituut Gebaren, Taal & Dovenstudies (IGT&D) van Hogeschool Utrecht heeft een workshop georganiseerd voor het vertalen van geschreven tekst naar Nederlandse Gebarentaal (NGT) en oefenen met camera’s.

Met verschillende benaderingen om het museum te queeren, biedt het Van Abbemuseum meerdere perspectieven in de samenleving. Het gebruik van de juiste termen in gebarentaal is een belangrijke stap op weg naar inclusie.

Foto: Theodoor Adriaans

Spoken word door Tirsa With
17.50 uur

Afsluiting van de dag met spoken word door dichter Tirsa With.

Bio: Tirsa With is een tweetalige (NL/ENG) spoken word artiest, schrijver en literatuurstudent. Ze schrijft over self-love, vanuit een zwart, soms vrouwelijk en altijd queer perspectief. Haar werk onderzoekt het persoonlijke via een politieke lens, zodat ze de fysieke, spirituele en mentale manifestaties van (transgenerationeel) trauma en structurele onderdrukking kan ontwortelen.

 

Borrel en avondeten
18.00 uur

Borrel en eten in het museumcafé. Catering door Etien Lee Westerkamp i.s.m. Karel 1 Museumcafé.

Bio: Etien Lee Westerkamp is een geboren en getogen Amsterdammer van Indonesische komaf. Na een zevenjarig avontuur in Azië is hij sinds 2017 weer terug in Nederland. In Azië heeft hij diverse ondernemingen gehad die allemaal in het teken stonden van eten en drinken. Deze varieerden van hamburgertenten tot grand cafés. Sinds een jaar is hij als vrijwilliger aan de slag bij het Living Museum, waar hij de catering voorziet van zowel kleine als grote groepen, tot wel driehonderd personen. 2020 staat in het teken om weer als zelfstandig ondernemer in Nederland aan de slag te gaan.

Alle foto’s van de dag werden gemaakt door Theodorus Johannes.

Bio: Theodorus Johannes is filmmaker en fotograaf, onderzoeker en storyteller. Met reportages waarin mode als complexe, maar krachtige communicatievorm centraal staat, stelt Theodoor thema’s zoals identiteit en authenticiteit ter discussie. Met zijn online docu-serie Community Dressing, waarin de Nederlandse streekdrachten onderzocht en besproken worden, hoopt Theodoor culturele normen te omarmen met nieuwsgierigheid.

Reacties op de dag

Workshopleider: Het beste aan de dag vond ik de keynote van Mariam, deze was enorm leerzaam. Ik had niet verwacht dat ze zo kritisch zou zijn, maar het is nice dat ze vanuit haar eigen ervaring zo onbeperkt kritisch kan en mag spreken. In mijn eigen workshop was had ik een heel diverse groep, wat een fijn gesprek opleverde. De deelnemers waren heel enthousiast over de filmpjes (met termen en meningen over bv. dekolonisatie) die ik voorzien had. Het was ook fijn om vrij en vanuit eigen ervaringen te denken over de toekomst van het museum. Zelf vond ik het leuk om te zien hoe activisten heel anders denken over bepaalde thema’s dan bijvoorbeeld mensen die verbonden zijn aan instellingen.

Deelnemer: Er waren voornamelijk mensen vanuit de museumsector aanwezig op deze workshop, maar toch ook een aantal onafhankelijke activisten. Het is fijn om perspectief te houden op dezelfde processen vanuit verschillende sectoren. Aangenaam was ook dat iedereen heel praktisch en oplossingsgericht was. Je merkt dat mensen stappen wíllen zetten en contacten willen leggen voor de toekomst. De lancering van de queer gebaren glossary op het einde van de dag vond ik tot slot ook een heel goede toevoeging van de dag!

Deelnemer: Wat ik zo fijn vond aan vandaag, was dat er veel en diverse soorten mensen aanwezig waren. De mooiste, en zeker ook voor mezelf vernieuwende, workshop was die van Wouter Colpaert: die was heel toepasbaar op dialogen met anderen. Vaak denk ik “Oké, even een gesprekje”, maar nu heb ik echt leren luisteren en spreken. Het was heel waardevol om moeilijke gesprekken binnen mezelf, een organisatie of met vrienden te voeren. Ik vond ook dat STUDIO i een goede, zachte omgeving (Zandzakcirkel Dan Peterman) voor dit programma had gekozen.

Deelnemer: Alles startte en eindigde met Mariam. Zij benoemde alles wat later in de workshops aan bod kwam. STUDIO i heeft een heel goed programma samengesteld!

Deelnemer: Het was een mooie en inspirerende dag, waaruit ik nieuwe, waardevolle inzichten meeneem. Het was goed om te kunnen netwerken met collega’s uit de culturele sector. Omdat er vandaag zoveel is gezegd, heb ik even tijd nodig om alles te laten bezinken. Maar over het algemeen vond ik dat er heel goede en diverse sprekers kwamen en dat het eten heerlijk was!

Deelnemer: De keynote met Mariam was een heel open en prettig gesprek, ook achteraf op vlak van de vragen. De workshop van Verhalenhuis Belvédère was echt onwijs. Ik was onder de indruk van hun visie, missie, enthousiasme, groepsfoto’s en de gigantische projecten die ze organiseren. In de workshop werd alles mooi aan elkaar geknoopt. Daarna volgde ik de workshop van Leana. Daarin vond ik het gesprek met je buurvrouw/man heel interessant. Na tien minuten moest je elkaar voorstellen. Het was een eyeopener om te merken wat je wel of niet zegt en hoe gemakkelijk je het jezelf vaak maakt.